Waerschovwing
voor het muschken van Suzanne Bartelot.aant.Ga naar voetnoot*
Niet al te veel. Het is geen musje,
Uw spoghje zuight, uw kaaxkens streelt,
5[regelnummer]
Uw lipjes kust, of prickt uw tongske,
Uw kuischen mont met zoet venijn
Vergiftight. 't zal zich openbaren,
10[regelnummer]
Als 't vier, door al uw bloet en aren,
Zich over 't gansche lichaam spreit;
En ghy uw ongeval beschreit.
| |
Het is gewoon vermomt te vliegen,
Om simple harten te bedriegen.
Toen 't (in gestalte van Askaan,
20[regelnummer]
Maar wie en vreest den angel niet.
De veders, blinde Bartelot,
Bedecken dickwils eenen Godt.
Bekleet met witte zwanepennen?
En tamme vogels om te gaan.
Dat leert men best uit Ledaas klaghten.
30[regelnummer]
Men kan zich voor een arent wachten,
Die in de lucht uit rooven vaart,
Zy leggen toe op ondermijnen,
Maar valsche verwe en schijn bedrieght.
|
-
voetnoot*
- Van 1636. Afgedrukt volgens Vondels Versch. Gedichten 1644, blz. 370. Een slordige afdruk kwam reeds voor in Het Eerste deel Van 't Amsteldams Minne-Beekje. Den tweeden Druck. Amsterdam 1637. Aan het voorgaand vertaalde gedicht voegde Vondel deze ‘Waerschouwing’ toe. Zijn onderstelling dat de mus een vermomde Cupido is, berust op de voorstelling in de Oudheid, dat deze vogel in dienst stond van Venus, en voor haar wagen gespannen werd (vgl. Maurits Sabbe: Dierkennis en diersage bij Vondel (1917), blz. 114-115.
-
voetnootvs. 1
-
uw zinlickheit en lusje: het voorwerp van uw genegenheid.
-
voetnoot3
-
Onnoosle nadert hier reeds onze betekenis, omdat zij te goed van vertrouwen is (vgl. simple in vs. 14).
-
voetnoot7
-
in musschenschijn: in de gedaante van een mus.
-
voetnoot15
-
Dido,, de Carthaagse koningin, in liefde ontbrand voor Aeneas, neemt zijn zoontje Ascanius op haar schoot (Virgilius' Aeneïs, IV, 84).
-
voetnoot19
-
een honighvliet: een stroom, een overvloed van honing.
-
voetnoot25
- Jupiter nam de gedaante van een zwaan aan om Leda te naderen.
-
voetnoot30-32
- Zinspeling op de roof van de Trojaanse koningszoon Ganymedes door een arend, op bevel van Jupiter; volgens Ovidius door Jupiter zelf in de gedaante van een arend.
-
voetnoot35
- Betrouwbaar is (slechts) wat nooit bedriegt (oprecht: rechtschapen). Het veel bezongen musje was zo ondankbaar, kort daarna de vlucht te nemen. Hooft schreef aan Barlaeus de 10de Julie 1636 (Brieven III, 142): ‘de mus, opgeblaezen van 't lof uwer veirsen, ende misschien om 'er haer' ooren op 't beste van 't spel te doen ujtschejden met zoo zoet een' mondt, heeft, eer de gedichten der HH. Plemp ende Vondelen hier haevenen konden, haeren staert gelicht, en haere minnares met ejndeloose treurlust gelaeden. Onujtschrijflijk is dat schreyen van heete traenen, dat kermen, dat misbaer van de twee oudste mejskens’.
|