De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 431]
| |
Hvigh de Groots
| |
[pagina 432]
| |
VAN 1635. AFGEDRUKT NAAR DE TEKST VAN DE eerste uitgave (t' Amsterdam, By Wilhelm Blaev, 1635), waarvan het titelblad hiervoor typografies is nagevolgd. Unger: Bibliographie, nr. 216. | |
[pagina 433]
| |
De vertaeler
| |
[pagina 434]
| |
29 plonderen en verwoesten van Koptos, en het vervoeren der edelen inGa naar voetnoot29 30 slaeverny, en de wispeltuurige regeering en jammerlijcke regeerloosheid 31 daer op volgende, met den last om dit door krijghsvolck te dempen, enGa naar voetnoot31 32 ordentlijck te straffen. Iosefs voorige wedervaeren, Faroos droomen enGa naar voetnoot32 33 gezichten, en den welgeschickten Staet van Egypten, die anders niet enGa naar voetnoot33 34 konden op het toonneel komen, worden geestigh in schilderyen te pasGa naar voetnoot34 35 gebrogt. Daer op houd Iosef in het byzonder gespreck met zijnen broe- 36 deren, en bejegentse met een zekere liefelijckheid, ondermengt met 37 zerpigheid, en maeckt zich zelven bekent, en ziende hun aller verslegeGa naar voetnoot37-38 38 nederigheid, en waerachtige liefde en getrouwigheid tot zijnen vollen 39 broeder, vertroost en omhelstze, en laet van blyschap traenen over hen 40 en Benjamin, en doet alle toezienders zo schreyen en tot water smeltenGa naar voetnoot40 41 van beweegelijckheid, dat de treurspeelder den wijzen Euripides (dieGa naar voetnoot41 42 in het harteroeren boven anderen uitsteeckt) niet en durf wijcken. Ben-Ga naar voetnoot42 43 jamin toont mede dat hy zijn vaders vreedzaeme lessen niet in den windGa naar voetnoot43 44 en slaet. Endelijck loopt het treurspel vrolijck na het einde, met Faroos 45 geluckwenschen aen Iosef; en de gunste, het goed, en de vryheid, die 46 Iosef voor zijnen vader en broederen, en allen den Hebreen by den 47 koning verwerft; het welck met eenen dieren eed bevestight word: en 48 terstond met de profecye van Salomons huwelijck aen Faroos dochter, 49 en de koomste van den beloofden Messias, zijn vlught voor den tyran 50 Herodes in Egypten, en de beroepinge van Ioden en Heidenen tot hetGa naar voetnoot50 51 Christelijck geloof, heeft de rolle uitgedient des avonds, gelijckze 's mor-Ga naar voetnoot51 52 gens begon. Ondertusschen zingen en speelen de reyen der MoorinnenGa naar voetnoot52 53 als Engelen Iosefs loflijcke kuisheid, onverwinnelijck in de bloem zijner 54 jeughd, tegens de bekoorlijcke schoonheid van zijns heeren gemaelin, 55 en wat hem te lijden staet, eer hy ter eere geraeckt: hoe letterkunst en 56 zeevaert by die van Fenicien gevonden, wat bedorve tijden daer op ge- 57 volght, en van den hemel gestraft zijn. zy zingen oock van den Nijl en zijn 58 eigenschappen, en d'onzekerheid van des zelfs oirsprong, daer de Egyp- 59 tische neuswijzen zoo veel winds om breecken, terwijlze nutter zaeckenGa naar voetnoot59 60 verzuimen: mitsgaders de schepping der eerste ouderen, het begin desGa naar voetnoot60 61 huwelijx, en het bloedverwantschap daer uit geboren. Boven al blijckt hier 62 Gods wonderbaere voorzienigheid, die de boosheid der blinde menschen | |
[pagina 435]
| |
63 buiten hun wit weet te bezigen en te beleiden tot behoudenisse van ge-Ga naar voetnoot63 64 heele koningkrijcken, landen en volcken; en wat al zwaerigheid men 65 zomtijds kan verhoeden door de wijsheid van eenen eenigen raedsman. 66 Iosefs onwraeckgierige verzoenelijckheid stelt hem eer onder den Chris-Ga naar voetnoot66-67 67 telijcken doop, als onder de wet der besnijdenisse. Hy draeght zich als 68 een degelijck vorst, en toont dat mogentheid en vromigheid wel kunnenGa naar voetnoot68 69 vergezelschapt gaen, zonder dat de regeerder zich aenstelle, als een dieGa naar voetnoot69 70 van schellemstucken en booze geveinstheid t'zaemen hangt. Men hoort 71 hier geen grollen noch beuzelingen, veel min ophitzingen tot weerspan-Ga naar voetnoot71 72 nigheid, moorden, rooven, en plonderen; maer de toehoorder word 73 aengemaent tot vrede en vromigheid; de vorst tot rechtvaerdigheid en 74 Godvruchtigheid; de gemeente tot gehoorzaemheid aen God en den 75 koning, en haere wettige overheid. Hier en is niets dat verre gehaelt, opge-Ga naar voetnoot75 76 toit, of geblancket is, maer de leeringen zijn zuiver gelijck oock de stijl: de 77 schildery is natuurlijck levendigh en gloeiende. Ick hier mede vast in 'tGa naar voetnoot77 78 vertolcken en rijmen bezigh en verruckt zijnde, liet my zomtijds voorstaen,Ga naar voetnoot78 79 dat Iosef, of in den treurspeelder verrezen was, of dat de treurspeelderGa naar voetnoot79 80 Iosefs spoor moest bewandelt hebben. Secretaris Daniel Mostert, en Ioan 81 Victorijn, beide Rechtsgeleerden, boden my rustigh de hand. Wy hebbenGa naar voetnoot81 82 het Latijn niet al te dicht willen op de hielen volgen, noch oock te verre 83 van onzen treffelijcken voorganger afwijcken. Maer of wy hier in de 84 rechte maete houden, dat zal het Groote Vernuft (nu na veele rampenGa naar voetnoot84 85 en wederwaerdigheid tot de waerdigheid van koninglijcke gezantschapGa naar voetnoot85 86 verheven en verheerlijckt, en met gewightige Rijxzaecken beslommert)Ga naar voetnoot86 87 kunnen oordeelen, wanneer het zich gewaerdige onzen Neerlandschen 88 Sofompaneas in zijn stamelen te berispen, en hem zoo volmaeckt in 89 Duitsch als in Latijn te leveren, en wy zullen zijn oordeel als een orakelGa naar voetnoot89 90 opneemen, en wenschen dat d'almaghtige hem lange spare, en in zijn 91 doorluchtigh ampt zegene met wijsheid en kloeckhartigheid, tot eere van 92 Neerland, vereeniging der geheele Christe wereld, ende genoegen vanGa naar voetnoot92 93 veel duizend eerlijcke zielen, die hem hartelijcke liefde toedraegen.Ga naar voetnoot93 94 t' Amsterdam, CIƆ IƆ CXXXV, 95 den 1 van Wijnmaend. | |
[pagina 436]
| |
Spreeckende personagien.IOSEF mede SOFOMPANEAS genoemt. DE REY DER MOORINNEN. RAMSES, Iosefs hofmeester. IVDAS, Iosefs broeders. RVBEN, Iosefs broeders. BODE. SIMEON, Iosefs broeders. BENIAMIN, Iosefs broeders. FARAO, koning van Egypten. | |
Stomme.MANASSES, Iosefs zoon. STOET EN LIIFWACHT van Iosef en den koning. IOSEFS ANDERE ZEVEN BROEDERS.
Het tooneel is te Memfis. |
|