De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 388]
| |
Kinder-lyck.aant.Ga naar voetnoot*
Constantijntje, 't zaligh kijntje,
Cherubijntje, van om hoogh,Ga naar voetnootvs. 2
D'ydelheden, hier beneden,
Vitlacht met een lodderoogh.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy?
Waarom greit ghy, op mijn lijck?Ga naar voetnoot6
Boven leef ick, boven zweef ick,
Engeltje van 't hemelrijck:
En ick blinck 'er, en ick drincker,
10[regelnummer]
't Geen de schincker alles goets
Schenckt de zielen, die daar krielen,
Dertel van veel overvloets.
Leer dan reizen met gepeizenGa naar voetnoot13
Naar pallaizen, uit het slickGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dezer werrelt, die zoo dwerrelt.Ga naar voetnoot15
Eeuwigh gaat voor oogenblick.Ga naar voetnoot16
|
|