De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

[p. 821]

Bibliographie door Dr. J.F.M. Sterck^*

1607	Lof-zangh, toe-ge-eygent Mr. Willem Bartjens. 1e druk 1604? bij prent. Amsterdam 1632 by Jan Cloppenburgh. In Cijfferinge etc. Zwolle 1637(Privileg, 1633) en later in verschillende uitgaven.
1607	Oorlof Liedt. In Den Nievwen verbeterden Lust-hof.
1612	Verghelijckinghe vande verlossinge der kinderen Israels met de vrijwordinghe der Vereenichde Nederlandtsche Provincien. Achter het Pascha, 1612 en in Poezy 1682.
1613	Hymnvs ofte Lof-Gesangh over de wijd-beroemde scheeps-vaert der Vereenighde Nederlanden. In De vernieuwde Gulden Winckel, Amsterdam 1622. Waarin ook Raetsel des Dichters. Herdrukt in de verschillende uitgaven der Poëzy.
1614	Hymnus of Lofzangh vande Christelycke Ridder. Achter Helden Godes, Amsterdam, Dirck Pietersz., 1620. In Verscheide Gedichten, 1644 en in Poëzy, 1650 en 1682.
1614/15	Uytbreyding over den 19 Psalm Davids. In Poëzy, Schiedam 1647, IIe Dl.
1615	Sonnet (op het treurspel Jephthah van Abraham de Koningh) 1615. Bij het voorwerk van dit treurspel 1615 en 1628. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1616	Klinckveers over Abrahams Offerhande. In De Vaderen en herdrukt in de verschillende uitgaven van Vondels Poëzy 1647, 1650, 1660 en 1682.
1618	De bruiloft van den Heere Jacob Jacobsz Hinlopen, Raet, en out Schepen en Jongkvrouw Sara de Wael. In Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1618	Op Hans de Ries. Onder portret door W. Delff. Op Lubbert Gerritz. Onder portret door W. Delff.
1618	Klinckert op de wonderlicke reyse. In Journal van de Wonderlicke reyse. By Willem Jansz., Amsterdam. Verder in de verschillende uitgaven van Poëzy.
1618	Op een trouwpenningk. In Poëzy 1682.
1618	Op de Jonghste Hollantsche Transformatie. Onder afbeelding in verschillende plano-uitgaven. Ook als: Op de Weeghschael van Hollandt. Onder de prent, in plano.
1619	Sur l'admirable navigation de G. Schouten. In Journal ou Description dv merveilleux voyage. Amst. 1619.
1619	Op de boeten betaelt door den Heer Peter Schryver. Bloemkrans 1659; Poëzy 1660; Hollantsche Parnas 1660; Poëzy 1682, II.
1619	Op Brero. By de Lyckdichten. Op Brero achter zijn Stomme Ridder, 1619. Boertigh, Amoreus en Aendachtig Groot Liedboeck 1622, C. Lz. van der Plasse, Amsterdam. Verder in de verschillende uitgaven van Vondels Poëzy. Andere lezing.
1619	Op de Geboorte van onze Hollandsche Sappho Anna Roemers. Zie blz. 828 Dl. I in Sinnepoppen van Roemer Visscher. Te Amsterdam by Willem Jansz. op 't water in de Sonnewyser.
1620?	Gebedt. Poëzy 1682 II.
1620?	Aendachtige betrachtinge over Christus lyden. In Poëzy 1682 II.
1620?	Howlyck-Sang tusschen God en de geloovige Ziele. In Poesy, II, 1647, 1650, 1660, 1682.
1620	VVterste oordeel. In Coornhert's Recht Ghebruyck ende Misbruyck van tydlicke Have, Amsterdam 1620. Verder in Poëzy 1682.

* Deze Bibliographie stemt niet geheel overeen met den inhoud van dit deel, omdat die niet vooraf in bijzonderheden kon worden vastgesteld. Daardoor worden hier ook nog enkele gedichten uit Deel I vermeld, terwijl dat deel ook werken aangeeft in Deel II opgenomen. (Zie ook Deel I, blz. 829).

[p. 822]

1620?	Vier VVterste. In De Vernieuwde Gulden Winckel, 1622. Verder Poëzy 1682.
1620?	Babylonische Gevangenis. Verscheide Gedichten, 1644, Poëzy 1650 en 1682, II.
1620?	Gezang, Op het Latijnsche Woordt: Trahit enz. Poesy 1647 A en B, 1660, 1682, II.
1620?	Op 't woort: Daer is soo yets. Poesy 1647 A en B, 1660, 1682 II, als ‘Gekken te hoop.’
1620?	Zedigh Gedicht, Vande Ydelheyd der Menschen. In De Vernieuwde Gulden Winckel, 1622. Verder Poesy 1647 A en B, Poesy 1650, 1660 en 1682.
1620	Zie voor Hierusalem Verwoest, De Heerlyckheyd van Salomon en De Helden Godes Dl. I blz. 24.
1620	Aende Joodsche Rabbynen. Vóór Hierusalem Verwoest, 1620. Ook in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682. Davids Lofzangh van Hierusalem. Achter Hierusalem Verwoest, 1620. Ook in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1620	Aen Keyzeren, Koningen, en allen Geweldigen op aerden. Vóór Heerlyckheyd enz. Ook in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1620	Op de aenkomste van de Koninginne van 't Zuyden te Hierusalem. Achter Heerlyckheyd enz. Ook in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1620	Aende Ouwdvaderen, Priesteren, Koningen, Propheten, en Helden. Klinckert. Vóór Helden Godes en Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1620	Op den Burger-Krijgh der Roomeren. Klinckert. In M.A. Lucanus, van 't Borger oorlogh der Romeynen door D. Heyndrick Storm. Amsterdam, Colijn, 1620. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1620	Aen den Bruidegom Lambrecht Jacobsz. met sijn bruidt, Aechtjen Anthonis. Poesy 1647 A en B, Poëzy 1650, 1660 en 1682.
1621?	Op Kassandras Treurspel [van Rodenburgh]. Poesy 1647 A en B, 1660, 1682, II.
1621	Klinck-dicht op het derde deel van 't Licht der Zeevaert. In Licht der zee-vaert enz. bij Willem Jansz., Amsterdam, 1621. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1621	Klinkert (Op de vertalinge van Bartas door Z. Heyns). In W.S. Heere van Bartas Wercken door Z. Heijns. Zwol 1621. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682. Op Zacharias Heyns. Op 't portret van Heyns in evengenoemde vertaling. Verder (veranderd) in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1621	Gebedt, uytgestort tot Godt over mijn geduerige quijnende sieckte. Poëzy 1647 A en B, Poëzy 1650, 1660 en 1682.
1621?	Op Hendrick de Keyser. Onder zijn portret door Suyderhoeff.
1622?	Op Erasmus. In Poëzy, 1682 I.
1622	Tot Lof vande kuische en Godvruchtighe Martelaresse St. Agnes. In [Stalparts] Vrouwelick Cieraet Van Sint' Agnes Versmaedt. 's Hertogenbosch 1622.
1622	Op 't metalen pronck-beeld... van Erasmus. In Colloquia Familiaria... door Erasmus. Amsterdam, Dirck Pietersz. Verder in de uitgaven van dit boek van 1636 en 1640. Gewijzigd in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1622	Gedachtenis van Desideer Erasmus.... aen den heer Peter Schryver. In plano, in twee kolommen. Z. j. noch plaats. Daarna in Colloquia Familiaria als voren.
1622	Lyck-dicht, op 't overlijden van D. Coenradus Vorstius. In Poëzy 1647 A en B, Poëzy 1650, 1660 en 1682.
1622	Op Prins Willems graf. I. Op afbeelding van de graftombe, van voren, door ‘Hendrick de Caiser,’ 1622; II. Als voren van links, 1625. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1622	Klinkert (op D. Willebrordus Snellius). In Petri Rami Meetkonst. Amsterdam, W. Jz. Blaeuw, 1622.
1622	Op de vertalinge van de eerste weecke van G. de Saluste. In de uitgave van dit werk: 's-Gravenhage bij Aert Meuris, 1622. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.

[p. 823]

1623	Als Juffrouw Magdalene haren Baak trouwde. In Bloemkrans van Verscheiden Gedichten 1659, Poëzy 1682. Dit versje is vermoedelijk ten onrechte aan Vondel toegeschreven. Het is waarschijnlijk van Anna Roemers, blijkens haar handschrift. Zie Dr. F. Kossmann, Gedichten van A. Roemers Visscher. Den Haag. 1625, blz. 29.
1623	Het Lof der Zee-vaert, Gheheylight.... den Heere L. Reael. In Zeespiegel, Amsterdam, W. Jz. Blaeuw, 1623. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poesy 1650 en 1682.
1623	Vechtzangk, voor Joffrouw Maria Tesselschade. In Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1623	Op Tesselschade. Op titelblad van De Salige Toortsen enz. 1623. Verder Poesy 1647 A en B, 1660 en 1682.
1623	De Salige Toortsen Vanden E. Bruydegom, Heer Alard Krombalck, En syne E. Bruyt, Ionckvrouw Tessel-Schade Roemer Visschers. Amsterdam bij Paulus van Ravesteyn. Anno 1623. Eenig bekend exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek den Haag. Uitgave met vele veranderingen in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1623	Bruyloftslied. Als voren en Poesy 1647 A en B, 1650, 1660 en 1682.
1623	Klinckdicht (Misbruik des kerkelyken bans). Poesy 1647 A en B, 1650, 1660 en 1682.
1624	Op het verongelucken van Doctor Roscius. Versch. Gedichten 1644. Poëzy 1650 en 1682. Op Roscius. Op zijn portret door H. Roghman. 1624.
1624	Op de doodt van Iongkvrouw Maghtelt van Kampen. Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1624	Op Mevrouw de Drostin van Muiden, Kristine van Erp. In Verscheide Gedichten 1644, 1650 en 1682.
1624	Op Meester Ioan Pietersen Sweling. Verscheide Gedichten, 1644. Poëzy 1650 en 1682.
1624/25	Stryd of kamp tusschen Kuyscheyd en Geylheyd. Amsterdam, J.A. Kalom, 1624. Hierbij: Wyckzangk, Christelyck vryagielied, Zangh. Latere druk 1625.
1625	Op Urbaen den Achtsten. Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1625	Princelied. In plano. Twee kolommen, z.n. of j. Verder in Poesy 1647 A en B, Poëzy 1650, 1660 en 1682.
1625	Begroetenis aen... Frederick Henrick. Amsterdam, W. Jz. Blaeuw 1626. Twee uitgaven.
1625	Op de beeldenis van Vorst Frederik Henrick. Als voren.
1625	Op de beeldenis der Vorstinne Amelia. Als voren.
1625	Yet seldsaems in 's Gravenhaegh. Als voren. Deze afzonderlijke gedichten in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1625	Op Frederik Henrik, Prins Oranje (Klinckdicht). In 2en druk van Begroetenis. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1625	Op de ledige uren van.... Constantin Huygens. In Const. Hugenii Otiorum libri Sex. Hagae, Corn. Meurs, 1625. Verder in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1625	I. De Amsteldamsche Hecuba. Treurspel. Amsterdam, J.A. Calom, 1626; II en III. Als voren; IV en V. Amsterdam v. A. de Wees, 1647; VI. Amsterdam, K. de Bruyn, 1661. VII. Amsterdam, Joh. de Wees, 1693 (als V).
1625	Klinckert. Aen Schippers en Stuurluyden. In Tafelen vande declinatie der Sonne, enz. Amsterdam, W. Jz. Blauw, 1625. Verder met veranderde titel en tekst in Verscheide Gedichten 1644, en Poësy 1650 en 1682.
1625	Palamedes. Treurspel. I. Bij Jacob Aertsz Colom, Amsterdam, 1625; II. Als voren, 1626; III. Als voren, 1625; IV. Als voren, 1625; V. Als voren, 1625; VI. Als voren, 1625; VII. Als voren, 1625; VIII. Ghedruckt in 't Iaer ons Heeren 1630 (geheel cursief gedrukt); IX Amsterdam, Nae de Copie van Iacob Aerts Calom,... 1634. Er zijn nog uitgaven van 1640, 1645, 1657 en 1663 die niet gevonden zijn; X. Amsterdam voor Abraham de Wees, 1652; XI. Als voren; XII. Als voren. 1652; XIII. Als voren, 1652; XIV. Als voren, 1652; XV. Amsterdam, K. de Bruin, 1660; XVI. Amsterdam, Joannes Bouman, 1664; XVII. Als voren, 1668; XVIII. Als voren, 1671; XIX. Michiel

[p. 824]

	de Groot, Amsterdam, 1680; XX. Amsterdam, Erfgen. J. Lescailje, z.j.; XXI. Amsterdam, Wed. G. de Groot, z.j.; XXII. Amsterdam, P. Brakman, 1705. Voor de talrijke kleine verschillen in de uitgaven zie men Ungers Bibliographie. Van Palamedes bestaan nog een aantal uitgaven met de Hekeldichten in één deeltje, te Amersfoort bij P. Brakman, in bijzonderheden omschreven in Ungers Bibliographie.
1625?	Op Barnevelt. Bloemkrans 1659, Poëzy 1660 en 1682, I.
1625?	Gespreck op het Graf van wijlen den Heere Joan van Oldenbarnevelt. In plano.
1625?	Krachteloose Paepenblixem. In plano.
1625?	Op Hoogerbeets. Bloemkrans 1659, Poëzy 1660, 1682, I.
1625	Op de Christelijcke Sinne-beelden van den Sinrijcken Dichter Zacharias Heins. In Emblemata.... enz. door Zacharias Heyns, Rotterdam 1625, P. van Waesberghe. Verder met varianten in Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1626	Op het overlyden van Cornelis Pietersz. Hoofd, Klinckdicht. Grafschrift (op C.P. Hoofd). In plano 1626, bij W. Jz. Blaeu(?). Verder Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1626	Oranje May-lied. In Poesy 1647 A en B, Poëzy 1650, 1660 en 1682.
1626	Geboortklock van Willem van Nassau, Amsterdam, W. Jzn. Blaeu, 1626. Verder Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1626	Aen den edelen... Heer L. Reael. In plano Z.j. of pl. Verder Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682.
1626	Antidotvm. Tegen het vergift der Geestdryvers. In plano. Verder in Poesy 1647 A en B, en in afzonderlijk pamflet; en Poëzy 1660 en 1682.
1626?	Waterbel, of verziert gerucht. Poesy 1647, II.
1626-27?	Beeckzang. Verscheide Gedichten 1644, Poëzy 1650 en 1682, II.
1627	Wellekomst aen... Constantyn Huygens. Voor het eerst uitgegeven in Ned. Spectator 1879, blz. 151; daarna Oud Holland, I, blz. 19.