‘Vondel en de Regeering’, Dissertatie van A. Schillings, Besproken N. Taalgids, Jaargang XII, 1917.
‘Rommelpot’ door van der Plasse, Tijdschrift voor Ned. Taal en Letterkunde, Deel 36, 1918.
‘De Levensbeschouwing van Corn. Pietersz Hooft’ door H.A.E. v. Gelder, Amsterdam, 1918.
‘Kultuurbeschouwende Inleiding tot Vondels Spelen’ door C.R. de Klerk, Deel I, 1ste stuk blz. LII-volgg.
‘Vondels Roskam’ door A. Kluyver, Mededeelingen Kon. Akademie v. Wet. Afd. Letterkunde, 1922.
DR. S. COSTER EN DE ACADEMIE:
‘Het Amsterdamsche Tooneel, 1617-1772’ door C.N. Wybrands, Amsterdam, 1873.
‘Academie en Kerkeraad, 1617-1632’ door J.W. Gallee, Utrecht, 1878.
‘Samuel Coster's Werken’, uitgegeven door Dr. R.A. Kollewijn, Haarlem, 1883.
‘Dr. Bernard Fonteyn’ door J.A. Worp, Oud-Holland, Deel II, 1884.
‘Coster's Iphigenia’ door J.H. Rössing, Noord en Zuid, Deel XII, 1889.
Over Dr. Coster zie ook ‘Arenlezen’ door A.S. Kok, Noord en Zuid, Deel 17, 1894.
‘Levensgeschiedenis van Dr. Samuel Coster’ door J. Hobma, Oud-Holland, Deel XVI, 1898.
‘S. Coster als pamfletschrijver’ door M.M. Kleerkooper, Tijdschrift voor Ned. Taal en Letterkunde, Deel XVIII, 1899.
‘Geschiedenis van den Amsterdamschen Schouwburg’ door J.A. Worp, Amsterdam, 1920.
‘Samuel Coster's Werken’ door J.H.W. Unger, Ned. Spectator, (beoordeeling en aanvulling van Kollewijns uitgave).
‘Het Tooneel, Vondel en de kerk’ door J.A.F.L. Baron van Heeckeren, Taal en Letteren VIII, 1898, blz. 104.
VARIA:
Over Nittert Obbensz., Hans de Ries, Reynier Wybrantsz., Jan Theunisz. en den Doopsgezinden Kring. Mr. H.F. Wijnman, ‘Jan Theunisz., alias Johannes Antonides (1569-1637)’. 25e Jaarboek Amstelodamum, 1928, blz. 29-123.
‘Hans de Ries, zyn leven en werken’, J.S.S. Ballot, Doopsgezinde Bijdragen, 1864.
‘Zacharias Heynsz’, C.P. Burger Jr., Het Boek, 1914.
‘Frederik Hendrik en Joost van den Vondel’, H. Allard, Volksalmanak v. Ned. Kath., 1898.
‘Vondel en de Vorstelike huweliken’, Fr. Th. Horsten, Taal en Letteren, (Bijblad van Jaargang VI, 1918).
‘Vondel en Huygens te Amsterdam’, P. Leendertz Wz., Navorscher, Deel 30, blz. 355.
‘Onuitgegeven Brieven van Vondel’, J.H.W. Unger, Oud-Holland, 1894.
‘Vondels Hecuba, Gebroeders en Maria Stuart’, Aesthetisch-critisch beschouwd. Dissertatie van D.C. Nijhoff, Utrecht, 1886.
‘De Amsterdamsche Hecuba’, Noord en Zuid, Deel 9, blz. 258 en ibid. Deel 29, blz. 416.
‘Lambert Jacobsz Schilder’ door H.L. Straat, De Vrije Fries, XXVIII Jaargang. Aflevering 1, blz. 53.
‘Invloed van het Italiaansch op de Ned. Letteren’, Noord en Zuid, Deel 3 blz. 280 en Tijdschrift voor Ned. Taal en Letterkunde, Deel 2 blz. 61.
‘Het Italiaansch bij Hooft en zijn kring’, B.H. Molkenboer O.P., De Beiaard, 1919.
‘Italië en Holland in de XVIIe eeuw’, B.H. Molkenboer O.P., De Beiaard, Juni 1921.
‘De invloed van Seneca's treurspelen op ons Tooneel’, door Dr. J.A. Worp, Amsterdam, 1892.
‘Literatuur en tooneel te Amsterdam in de zeventiende eeuw’ door G. Kalff, Haarlem, 1895.
‘Vondel en de oudheid’ door G. Kalff, Oud-Holland, 16e Jaargang, 1898.