De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 504]
| |
Frederik Hendrik (1584-1647) als generaal der ruiterij van de verenigde Provinciën. - Prent van W. Delff naar de schilderij van Adriaen van de Venne.
| |
[pagina 505]
| |
Princelied.aant.aant.Ga naar voetnoot*FREDERICK van Nassouwe
Ben ick vroom Hollandsch bloed,Ga naar voetnootVs. 2
Mijn Vaderland getrouwe
Met leven lijf en goed:
5[regelnummer]
Een Prince van Oranjen,
Door wapenen vermaert:
Voor Oostenrijck noch SpanjenGa naar voetnoot7
En ben ick niet vervaert.
II.
's Lands rechten en vryheden
10[regelnummer]
Ick helpen sal in zwang;Ga naar voetnoot10
In geen' vereende stedenGa naar voetnoot11
Gewetens felle dwangGa naar voetnoot12
Of tyrannye; lyen:Ga naar voetnoot13
Ick wensch de goe gemeentGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
En trouwe borgeryenGa naar voetnoot15
Door liefd' te sien vereent.
III.
Ick heb van kindsche dagenGa naar voetnoot17
De vryheydt voorgestreen,
En 't harrenasch gedragen
20[regelnummer]
Tot welvaert van 't gemeen:Ga naar voetnoot20
Noch wil ick 't vendel sweyenGa naar voetnoot21
Van Hollands fieren leeuw,
En met Oranje meyenGa naar voetnoot23
Bedecken wees en weeuw.
| |
[pagina 506]
| |
IV.
25[regelnummer]
Ons' vyanden braveeren
In 't Westen en in 't Oost;
Maer in den naem des Heeren
Ben ick hun' maght getroost.Ga naar voetnoot28
Mijn' vroomheyd is geblekenGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
By Nieupoort in den slagh;Ga naar voetnoot30
Dat hart leeft onbesweken
In my gelijck het plagh.
V.
Schept moed dan Heeren Staten,Ga naar voetnoot33
Vw Veltheer staet bereyd;
35[regelnummer]
Die ruyters en soldaten
Weer na de grensen leyd.
Wat schrickt ghy voor of achter,
'tLand heeft aen d'een' sy' duyn,
Aen d'andre sy' den wachter,
40[regelnummer]
En Schutsheer van den tuyn.Ga naar voetnoot39-40
VI.
Soo ick met zege keere
En Spanjen dwing tot vre,Ga naar voetnoot42
Singt Gode prijs en eere
Die voor ons' vesten stre.
45[regelnummer]
Ick sie alree nae 't vechten
De maeghden mijn' banierGa naar voetnoot46
Ontmoeten, die my vlechtenGa naar voetnoot47
Den lofkrans van laurier.
FINIS. |
|