Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 328]
[p. 328]

Lot.



illustratie
SAP. 10.Ga naar voetnoot*


De wysheydt verloste den rechtveerdighen doen de godlooze omquamen, doen hy vloodGa naar voetnootRegel 1 voor het vuyr dat op de vyf Steden viel.Ga naar voetnootr. 2
[pagina 329]
[p. 329]

Het zout van Sodoma.Ga naar voetnoot*

 
O Lot! wat strengher lot was 't u zo wijd te zwerven,Ga naar voetnootVs. 1
 
En van uw Vaderland den Hemel te gaen derven?Ga naar voetnootvs. 2
 
Doch God verzagh uw schae, doen als een rijcke zeeGa naar voetnootvs. 3
 
Gingh golven over 't groen het witgewolde vee,Ga naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
Zo dat haest Neve en Oom door 't krimpen vande weyden,Ga naar voetnootvs. 5
 
En d'aenwas van haer kud, de nood beval te scheyden.Ga naar voetnootvs. 6
 
Ick sloegh sampt mijn ghezin te Sodoma my neer,Ga naar voetnootvs. 7
 
Maer 't oorloogh velde drae op onze muyr zijn speer:Ga naar voetnootvs. 8-vlgg.
 
Zo dat gheplondert ick wierd, wegh ghevoert door bossen
10[regelnummer]
En haghen, daer op 't slagh mijn Oom my quam verlossen.Ga naar voetnootvs. 10
 
Met vreughde vond' ick weer de dorpel van mijn huys,
 
Daer aengevochten van een Goddeloos ghespuys,Ga naar voetnootvs. 12
 
Ick met mijn wandel lichte: en daer twee IonghelinghenGa naar voetnootvs. 13
 
Wy inde schaduw' van ons gastvry dack ontfinghen,
15[regelnummer]
Twee gasten die ghedaelt van 't Hemelsche ghebouwGa naar voetnootvs. 15
 
Verblinden 't geyl gheboefte als 't haer misbruycken wouw.Ga naar voetnootvs. 16
 
Ick neyghde knien en hoofd voor d'afghedaelde Goden.Ga naar voetnootvs. 17
 
Zy zeyden: maeckt u op, flucx op, 't is tijd ghevlodenGa naar voetnootvs. 18
 
't Van God verbannen volck, en uyt d'aenstaende brand,Ga naar voetnootvs. 19
20[regelnummer]
Zy leyden my, mijn helft, en dochters metter hand.Ga naar voetnootvs. 20
 
Mijn Egae met ghemoed, noch met haer lichaem vluggeGa naar voetnootvs. 21
 
Omziende, een zout-pilaer bleef achter onze rugge,
 
Den Neven tot een baeck: en zo fluckx Ste'en en LandGa naar voetnootvs. 23
 
Den Hemel met zijn toorts van sulpher stack aen brand.
25[regelnummer]
Ick met mijn deernen in de schaduw der spelonckenGa naar voetnootvs. 25
 
Bleef veylig op't geberght beschermt van vlamme en voncken.
 
De Maeghden (treurigh dat de volcken omghebracht,Ga naar voetnootvs. 27
 
Wierd met zijn val ghedreyght het menschelijck geslacht)
 
Raedslaeghden, en met dranck haer ouden Vader toefden,Ga naar voetnootvs. 29
30[regelnummer]
Totze uyt de winckelhaeck verstand en zinnen schroefden.Ga naar voetnootvs. 30
 
Ick wierd terstond ghewaer een heymelijcke vlam,Ga naar voetnootvs. 31
 
Die zo langh blaeckte dat ick beyde haer Maeghdom nam.
 
't Is wonder wat de ziel des wynstocks al kan brouwen,Ga naar voetnootvs. 33
 
Volgt dit quaed voorbeeld niet maer wilt dees baken schouwen.Ga naar voetnootvs. 34
voetnoot*
Sap. 10: Liber Sapientiae, Boek der Wijsheid hfst. 10 (vs. 6).
voetnootRegel 1
vlood: vluchtte.
voetnootr. 2
de vyf Steden: Sodoma en de andere steden die doot 't vuur van de hemel verwoest werden.
voetnoot*
Zout van Sodoma: Loth was door z'n voorbeeld (zie vs. 13) 't bederfwerend zout voor Sodoma (vgl. Kristus' woorden ‘gij zijt 't zout der aarde’ Matth. 5:13).
voetnootVs. 1
wat strengher lot: wat 'n hard lot; met zinspeling op z'n naam; strengher met -er achter wat (zie blz. 69 op vs. 13).
voetnootvs. 2
van uw Vaderland den Hemel: de hemel van uw vaderland, nml. toen Loth met Abraham uit zijn Chaldeeuws geboorteland wegtrok.
voetnootvs. 3
verzagh: vergoedde.
voetnootvs. 4
Abraham en Loth waren beide rijk in vee (Schepping 13).
voetnootvs. 5
Zodat weldra de nood Neef en Oom dwong te scheiden; Neve en Oom: Loth was 'n zoon van Abraham's broer; 't krimpen: 't te klein worden.
voetnootvs. 6
beval: dwong; de twist onder de herders van Abraham en Loth werd 'n aanleiding om tot die scheiding over te gaan (Schepping 13:6-9).
voetnootvs. 7
sampt: samen met; sampt van samt uit 't Duits.
voetnootvs. 8-vlgg.
de Assyriese vorsten plunderden Sodoma en heel Syrië (zie Melchisedech blz. 327 vs. 23-24); 't oorloogh, zie Dl. 1 blz. 513 op vs. 152).
voetnootvs. 10
haghen: kreupelhout; op 't slagh: terstond, op slag.
voetnootvs. 12
Waar (in Sodoma) ik bestookt door de goddeloze inwoners.
voetnootvs. 13
Ick met mijn wandel lichte: schitterde ik uit door m'n levenswandel ('t hier verhaalde in Schepping 19).
voetnootvs. 15
't Hemelsche ghebouw: de hemel.
voetnootvs. 16
Verblinden: blind maakten.
voetnootvs. 17
Goden: hemelingen.
voetnootvs. 18
't is tijd ghevloden: t'is tijd te vluchten.
voetnootvs. 19
verbannen: veroordeelde, vervloekte (de ouwere betekenis).
voetnootvs. 20
mijn helft: m'n wederhelft, m'n vrouw; metter hand: bij de hand.
voetnootvs. 21
met ghemoed....: noch met haar hart (wil) noch met haar lichaam vlug (omdat ze weerbarstig was tegen Gods gebod).
voetnootvs. 23
Neven: nakomelingen; baeck: waarschuwend voorbeeld; fluckx: weldra.
voetnootvs. 25
deernen: meisjes (z'n twee dochters), (deernen nu nog in 't Zuiden voor meisjes).
voetnootvs. 27
de volcken omghebracht: nu de volken waren vernietigd (Lat. zinsvorm).
voetnootvs. 29
Raedslaeghden: traden in overleg met elkaar; toefden: onthaalden (zoals ook in 't middeleeuws).
voetnootvs. 30
Tot ze mijn verstand en zinnen (uit hun orde hadden gebracht) hadden verstoord (door hem met drank in slaap te brengen); winckelhaeck: rechte hoek.
voetnootvs. 31
vlam: zinnebrand.
voetnootvs. 33
de ziel: de innerlike kracht.
voetnootvs. 34
dees baken schouwen: deze voorbeelden schuwen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken