De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 320]
| |
Seth.
GENES. 5.Ga naar voetnoot*
Seth was honderd en vyf jaer oud, en genereerde Enos. en leefde daer na acht honderd en seven jaer, en genereerde zonen en dochteren. dat zijn gantsche ouderdom werd negen honderd en twaelf jaer, en sterf.Ga naar voetnoot** | |
[pagina 321]
| |
De Godvruchtighe.Myn Moeder vond haer ziel doorregen met een sabelGa naar voetnootvs. 1
Van droefheyd, als zy roock hoe deerlyck haren AbelGa naar voetnootvs. 2
Had Kaïns haet bezuyrt. O, riepze, dat valt zwaer!
Te hebben opgezooght een Broedermoordenaer:Ga naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
Ach! Abel! Abel! ach! wat is u wedervaren?
Wat droom ick al van moord met opgesteken hayren!Ga naar voetnootvs. 6
Had God dan met een eed verzworen, en ontzeydGa naar voetnootvs. 7
Te nemen in zyn scherm uw zoete onnoozelheyd?Ga naar voetnootvs. 8
Gaet hy, in 's vromen nood, zoo licht zyn aenschyn wenden,
10[regelnummer]
Dat hy, zoo snoode schelm, zoo heyl'gen ziel laet schenden?Ga naar voetnootvs. 10
Heeft Abel dan om zunst hem dagelycx geroockt,Ga naar voetnootvs. 11
En al de rotzen hier ontrent haer kruyn verschroockt?Ga naar voetnootvs. 12
Of was hy achteloos te knielen, en te buygen?Ga naar voetnootvs. 13
Neen d'heylige assche alsins verwaeyt, kan noch getuygenGa naar voetnootvs. 14
15[regelnummer]
Van zyn Godsdienstigheyd; en of hy is vermoord,Ga naar voetnootvs. 15
D'een klippe zegget steeds aen zynen nabuyr voort. &c.Ga naar voetnootvs. 16
Dus klaeghde d'arme vrouw, tot dat verstreken waren,
En zy bereycken mocht een eeuwe en dartigh jaren:
Doen knickte haer d'Hemel toe, die in zoo bangen noodGa naar voetnootvs. 19
20[regelnummer]
Haer zwangerde dat zy my teelde uyt haren schoot:Ga naar voetnootvs. 20
Nu hebbe ick, sprackze, noch na wensche een vrucht verworven,
Die wecken zal het geen met Abel was gestorven,Ga naar voetnootvs. 22
Een zoon die vroom, en goed, het goed van 't quade schift,
En Kaïns boosheyd zy een rechte tegengift:Ga naar voetnootvs. 24
25[regelnummer]
Een zoon wiens vroomheyd zal bekeeren d'alderboosten,
En 's moeders hert gemat van droefheyd eynd'lyck troosten.Ga naar voetnootvs. 26
|
|