De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 766]
| |
125. Godts dienst des Oyevaers.Ga naar voetnoot*1 Soo Godts-dienstigh heeft hem den Patriarch ende Outvader Abraham vertoont, 2 als hij zijnen eengheboren zone Isac ter liefde en ghehoorsaemheyt Godes, met ghe- 3 willigher herten op't platt des altaers, zijnen Hemelschen Vader tot een welriekende 4 offerhande heeft overghegeven. GENESIS 22. | |
[pagina 767]
| |
CXXV
Ziet hoe de Klepelaer den Schepper aller dinghenGa naar voetnoot1
Op-offert jaerlijcx een van zijn vruchts eerstelingen;Ga naar voetnoot2
En uyt het hooghe nest verpickt zijn kael ghebroet,Ga naar voetnoot3
Ter tijd een vluggheloos het laghe kiezen moet.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
‘O mensche die noch groeyt en lacht in uwe zonden,Ga naar voetnoot5
‘En aen Godsdienstigheyd u niet en acht verbonden;Ga naar voetnoot6
‘Ziet hoe den Oyevaer u voor het vierschaer daeght,Ga naar voetnoot7
‘En van ondanckbaerheyd voor't aenschijn Gods verklaeght:Ga naar voetnoot8
‘Vermits ghij roeckeloos noyt liet ten hemel varenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
‘Het wieroock dat hij eyscht op zijn ghewijde altaren,Ga naar voetnoot10
‘Maer volght uws wellusts padt, en danst op hare trom,Ga naar voetnoot11
‘Betreed de dorpels noch van kerck noch heylighdom:
‘En weyt u beesten-ziel in haer wellustigheden,Ga naar voetnoot13
‘Terwijl verbannen zijn de waerheyd en de reden.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
‘Doch 'tis vergeefs gepreeckt, ghij houd het zelfde spoor,Ga naar voetnoot15
‘Neemt op geen leering acht, geeft wijsheyd geen gehoor.Ga naar voetnoot16
‘Welaen gij Goddeloos! God zal u niet verschoonen:Ga naar voetnoot17
‘Ghedenckt ghij dient u zelf, ghij mooght u zelven loonen.
|
|