De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 764]
| |
124. De oude Oyevaer.Ga naar voetnoot*1 In sulcker voegen heeft haer gedraghen Pero Cinonis dochter. Want als haer Vader 2 niet alleen out maer oock gevangen waer, soo dacht zij bij haer selven, hoe dat zij 3 van hem gheteelt, opgevoedt, versorgt ende wel uytghegeven was, en daerom schul- 4 digh hem in zijn noot bij te staen. Dies zij versocht bij haer Vader te wesen, ende 5 vande Rechters sulcx verkreegh. Heeft alsoo haren Vader een langhe tijdt met haer 6 borsten ende melck gevoedt, ende bij het leven behouden. VALERIVS MAXIMVS. | |
[pagina 765]
| |
CXXIV
In Godsdienst zal met recht de Klepelaer uytsteken;Ga naar voetnoot1
Vermids hij zijn ghebroed in liefde onverghelekenGa naar voetnoot2
Ghetrouw tot inden dood, zijn hulpe en jonste aenbied,Ga naar voetnoot3
En stadigh bijstand reyckt in allerley verdriet:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
'tGhebroedzel dat van joncx zij oeffnen en ghewennen,Ga naar voetnoot5
Zal deze ontfanghen deughd in d'oudren weer erkennen,Ga naar voetnoot6
En 't aes verre opghespeurt haer deylen wederom,Ga naar voetnoot7
Wanneer haer overvalt den grijsen ouderdom.Ga naar voetnoot8
‘Aen oprechte oud'ren, die Godzaligheyd hanteren,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
‘De kind'ren niet dan deughd, en ware wijsheyd leeren:Ga naar voetnoot10
‘D'aenkomers slaenze gae, en nemen op haer acht,Ga naar voetnoot11
‘En hechten 'tgeen zij zien haer zelven in't ghedacht.Ga naar voetnoot12
‘Waer goe voorgangers zijn, daer zijn ontsteken lichten,Ga naar voetnoot13
‘En goede boecken, die in deughd de jongheyd stichten.
|
|