De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 724]
| |
104. De Wolf met zijn getuygen tegen 'tSchaepken.Ga naar voetnoot*1 Als de Hondt met het Schaep, soo heeft Jugurtha met Adherbal gehandelt. Want 2 als Adherbal te Roomen Jugurtham beschuldighde, dat hij t'onrechte zijnen Broeder 3 had omgebracht, ende hem oock met ghewelt uyt zijn goedt verdreven had: soo heeft 4 Jugurtha valsche ghetuyghen daer toe ghecocht, ende de rechters met groot geldt 5 verblindt, dat zij den Adherbal, die een rechtveerdige saeck had, teghen alle recht 6 'trecht hebben afgewesen; ende den Jugurthae, daer zij 't geldt van ghenomen hadden, 7 toeghewesen hebben. SALLVSTIVS. | |
[pagina 725]
| |
CIV
T'onnozel slechte Schaep was voor het recht gedaeght,Ga naar voetnoot1
Van den deurtrapten Wolf op't heftigste aengeklaeght,Ga naar voetnoot2
Dat het haer schulden sou vergoeden en betalen,
Sou't anders zien van haer met macht of recht te halen:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
'Teenvoudigh Schaepken dat met waerheyd was verselt,Ga naar voetnoot5
Swoer hoogh en dier, dat haer noyt stuyver was ghetelt.Ga naar voetnoot6
De Wolf omkocht den Hondt, den Gier, en Wou tot tuygen,Ga naar voetnoot7
En loerden hoe hij't recht, en rechters konde buygen:
Verdruckt 'tonschuldigh Schaep door't oog van valsche blijck,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Dies 'tvonnis teghens haer ghesproken wort ghelijck.Ga naar voetnoot10
‘Soo wort een quaede zaeck door Godvergeten guytenGa naar voetnoot11
‘Met duysent e'en bevest. Meyneedich dan besluytenGa naar voetnoot12
‘De rechters oock het recht: O wee een sulcke stadtGa naar voetnoot13
‘Daer't recht een Spinwebb' is. De stercke maeckt een gat,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
‘De teere blijfter met zijn vlogels in ghevanghen.
‘De Rave wert verschoont, het Duyfken wert gehangen.Ga naar voetnoot16
‘De vrome wert verdruckt; de boose houden 'tvelt.Ga naar voetnoot17
‘Wee! is op sulcken land, en Koninckrijck ghestelt.Ga naar voetnoot18
|
|