De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 720]
| |
102. Van 't droncken Hert.Ga naar voetnoot*1 Dit droncken Hert gheleeck wel den geswinden Hannibal. Want als hij in Campanien 2 bij de goede wijn quam, soo heeft hij hem aldaer tot suypen, ende slempen gants be- 3 gheven, ende versuymde daer door niet alleen de schoone gelegentheyt om te strijden, 4 maer quam oock in't meeste perijckel zijns levens, soo dat hij't naulijcx met de vlucht 5 ontquam. Doen hij nu 'tperijckel ontgaen was, heeft hij zick daerna geheel vanden wijn 6 onthouden, ende alle dronckenschap, ende overdaet vermijdet. PLVTARCHVS. | |
[pagina 721]
| |
CII
Een Hert ghewent in weelde en alle leckernijen,
Begaff zich tot den dronck en volle slempernijen:Ga naar voetnoot2
Door d'overstal'ghe maet, en 'tgulzige gheslockGa naar voetnoot3
Verbreeckt zijn tenghre been aen eenen eyken block.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
‘Let hier op Kittebroers: dit zijn de waerde gaven,Ga naar voetnoot5
‘Die Bacchus geeft zijn maets en Ceres hare slaven:Ga naar voetnoot6
‘Wanneer hij van zijn vrucht, en zij van haren dranck
‘V schenckt de kroesen vol, dan zijn de beenen ranck,Ga naar voetnoot8
‘Dan krenken zij 'tvernuft, betoveren u zinnen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
‘Door dat ghij van haer sap en natt te soet wilt ninnen.Ga naar voetnoot10
‘Dan steyghren zij in't hooft, en timmeren in't breyn:Ga naar voetnoot11
‘Ghij waent u een Monseur, vast wort de beurse kleyn.Ga naar voetnoot12
‘Ghij speelt den Gochelaer, oubolligh in manieren,Ga naar voetnoot13
‘En bootst soo wreet, soo vuyl, en slecht nae alle dieren.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
‘De zinnen zijn van huys, door't poyen dagh en nacht.
‘Men krauwt vergeefs den kop, alst gelt is door-gebracht.Ga naar voetnoot16
‘Het hammeken is op: de beenen zijn ghebroken:Ga naar voetnoot17
‘De goe gheleghentheyd en tijdt is weg gheslooken.Ga naar voetnoot18
‘De leeden zijn verstijft: De Lever, Longhe, en Milt
20[regelnummer]
‘Versopen en verteert. Dits loon van't Dronckaerts gilt.Ga naar voetnoot20
‘Volght dan des waerheydts less, leert soberheyd ghebruycken;Ga naar voetnoot21
‘En vlied, als eene pest, zinlose Bacchi kruyken.Ga naar voetnoot22
‘Lett voor al op de spreuck: Alst bier is in de man,Ga naar voetnoot23
‘Dan is al zijn verstand, en wijsheyd in de kan.
|
|