De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 700]
| |
92. De Hennen en't Veld-hoen.Ga naar voetnoot*1 Aldus gingh het schier met Romulo, dien de herder Faustus bij het water ghevonden, 2 ende t'huys ghedraghen heeft. Want of hij wel van Koninglijcken stam en bloede 3 was, soo is hij nochtans van, ende onder de boeren opgevoedt, die hem veel leeds 4 aendeden, ende zeer hateden, ende quelden. Maer als hij wiste dat hij geen boer, maer 5 van een ander aert was; oock zagh dat de boeren zelfs onder malcander niet een- 6 drachtigh waren, hoe wel zij van een staet ende aert waren, soo heeft hij zijn quellagie 7 verduldigh opgenomen, ende soo langh verdragen, tot dat hem de zon des gelucx 8 opgingh, ende hij tot grooter eer, ende hooger staet gecomen is. COMMENTATORES IN VIRGILIVM. | |
[pagina 701]
| |
XCII
De Landman een Patrijs in't looze net verstrickten,Ga naar voetnoot1
De Koppens inde ren het arme Hoen verpickten:Ga naar voetnoot2
Zoo dat het zijnen tijd met rouwe slijten most,Ga naar voetnoot3
Op hope van't verdriet noch eens te zijn verlost:
5[regelnummer]
Doch eynd'lijck zagh het hoe vast vinnigh met onvredenGa naar voetnoot5
De Kamme-draghers steeds zoo nijdigh t'samen streden,
D'een met jeloersheyds pest ontsteken en ghequelt,Ga naar voetnoot7
Om dat met zijn boelagie een ander was verzelt;Ga naar voetnoot8
En d'ander om den palm triumphelijck te voerenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Hadde anders niet in't hooft als groote krijghs-rumoeren.
Als 'tVeld-hoen dit beooghde, en zagh hoe fel en wreetGa naar voetnoot11
Het een ghekamt gheslacht het andere bestreed,
Zoo heeft het zich ghetroost, en dacht, 'ten is geen wonder
Dat ick arm vreemdelingh moet stadigh duycken onder.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
‘Daer borghers onderlingh malkanderen bestaen
‘Op't scherpste en't alderfelst zeer hert te grijpen aen,Ga naar voetnoot15-16
‘En daer zij daedlijck zijn gheneyght ten alderboosten,Ga naar voetnoot17
‘In zijn versmaetheyd zich een uytheemsch licht kan troosten.Ga naar voetnoot18
|
|