De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

Regelnummers proza verbergen

[p. 644]

64. Henne mette Kuyken-Dieven.^*

1 Dierghelijcke sorgh heeft Themistocles voor die van Athenen ghedraghen. Want als 2 Xerxes nae't bloedt van al de Griecken, maer bijsonder der Atheniensers dorstede, 3 ende op dat hij desen dorst mochte lesschen, alle list ende moeyten aenleyde: so 4 sloegh Themistocles daer goede acht op, ende gelijck als Xerxes allerleye rancken 5 bedachte om die van Athenen schade te doen, also bedacht Themistocles daerentegen 6 alle middelen ende manieren om die van Athenen te beschutten ende van schade te 7 bevrijden.

DIODORUS SICULUS.

* Regel 1 Themistocles: beroemde Atheense veldheer (1e helft van de vijfde eeuw v. Kr.). Hij zorgde voor de Atheense zeemacht in de Perziese oorlogen en heeft daardoor Athene van de dreigende ondergang gered. - r. 2 Xerxes: zie onder prent 53; Atheniensers: Atheners; gevormd van 't Lat. Atheniensis; dorstede: dorstte (zie prent 34 r. 4). - r. 3 aenleyde: (aanlegde), besteedde. - r. 4 goede: nauwkeurig, goede acht: goede opmerkzaamheid; rancken: listen; (rank: 'n 16e eeuwse ontlening uit 't Duits). - r. 7 Diodórus Sículus: Diodorus van Sicilië, 'n Grieks geschiedschrijver ten tijde van Augustus; hij schreef 'n algemene geschiedenis van de vroegste tijden tot Caesars burgeroorlogen in 40 boeken.

[p. 645]

LXIIII

 

Een groote Kuycken-ren zeer heftigh werd bestreden

 

Van Kuycken-Dieven drij, die grooten arbeyd deden,²

 

Op datze tot een roof verkreghen 'tjonghe bloed,³

 

Het mals en lieflijck vleysch van naeckt en kael ghebroet.

5

De Moeder koomt op slagh ghevloghen, met verschricken,⁵

 

En ziet hoe alle drij zij door de tralien picken:

 

Ziet hoe haer vlugh in nood en grooten ancxt (helaes!)⁷

 

Bij nae gheworden is der Kuycken-Dieven aes:

 

Dies stelt haer flucx te weyr, op dat zij nae vermoghen⁹

10

Afweyren mocht de geen die om haer joncxkens vloghen.¹⁰

 

Zij vlieght rondsom de kouw, zij klaeckt, en slaet geluyt,¹¹

 

Zoo lang tot haer ontjaeght is den ghewenschten buyt.¹²

 

‘De Klock-Hen draeght het beeld der trouwe magistraten,¹³

 

‘Waer op d'onnoosle zich stantvastigh magh verlaten:¹⁴

15

‘Die allen vromen zijn als eenen vasten burght.¹⁵

 

‘Wel tland daer d'overheyd 'tghemeene best bezurght.¹⁶

2 Kuycken-Dieven: verschillende roofvogels (havik, sperwer, wouw e.a.); drij: drie (Brabants-Vlaams, met ei-uitspraak); arbeyd: moeite.

3 tot een roof: als buit.

5 met verschricken: met schrik (vergelijk: met vrezen en beven).

7 haer vlugh: haar (troep) kuikens (vlug, vlog, vloge: 'n vlucht vogels, hier 'n troep kuikens, dus = Kuycken-ren in vs. 1; t'is ons woord vleug(je).

9 stelt haer: stelt ze zich.

10 om: rondom.

11 kouw: kooi (kouw nevenvorm van kooi); klaeckt: kloekt, klokt; (klaken: schel geluid maken).

12 haer ontjaeght is: hun (de Kuycken-Dieven) ontrukt is.

13 draeght het beeld: verbeeldt.

14 d'onnoosle: de onschuldige; stantvastigh: voortdurend, vast.

15 allen vromen: voor alle rechtschapen burgers; eenen vasten burght als in Luthers lied: Een vaste burg is onze God (zie blz. 449 op vs. 47).

16 Wel tland: Gelukkig 't land, waar de overheid 't algemeen welzijn verzorgt, behartigt.