De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 628]
| |
56. Bock, Lam en Wolf.Ga naar voetnoot*1 Sulcken bedrogh nam Antonius voor met Octavio (wiens groote vriendt ende bescher- 2 mer Cicero was.) Want als Antonius Octavio heymlick na lijf ende leven trachtede, soo 3 meende hy, hy conde zijn voornemen niet beter in't werck stellen, dan als hy hem 4 vriendlijck teghen Octavio aenstelde, ende zijn vriendschap begeerde. Is daerom tot 5 hem gegaen, heeft hem vriendlijc aengesproken, ende gheseyt: Het ware groote 6 schaed, dat Octavius sulck een Edel Ridderlijck heldt zijn vriendt niet en ware; ende 7 niet lievers zien, dan dat hy hem te vrient hadde. Maer Octavius, 'tbedrogh merckende, 8 sloegh hem de vriendschap af, ende seyde: hy had zijn vriendschap niet van noode, 9 maer was met zijn eenige vriendt Cicerone wel te vreden, die hem wel ghezint hadde, 10 ende oprechtelijck met hem meynde. PLUTARCHUS. | |
[pagina 629]
| |
LVI
De Bock en twitte Lam zijn onderlingh verdraghen,Ga naar voetnoot1
Malkanders zoet en zuyr ghezamentlijck te draghen,Ga naar voetnoot2
Malkandren bij te staen in alderhande nood,
En geensins niet te vlien om leven noch om dood.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
De Wolf eerlanghe ontmoet dees lieve met-gezellen,Ga naar voetnoot5
En wist zich teghen tLam heel vrundlijck aen te stellen:Ga naar voetnoot6
Onnoozel Schaepken, zeght de Wolf, wat gaet u aen!Ga naar voetnoot7
Wat wildij met een Bock dien vuylen stinckaert gaen?Ga naar voetnoot8
Komt voeght u neffens mij, ick kan u best bewaren,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Voor alle die u leet aenbrenghen oft vervaren.Ga naar voetnoot10
De Bock s'Wolfs loosheyd merckt, en spreeckt, Gij loozen gier,Ga naar voetnoot11
Koe-vreter, Schapen-dief, flucx packt u wech van hier.
‘Wie met de vrome zich verselschapt t'allen tijdenGa naar voetnoot13
‘Blijft veylighlijck beschermt in alderhande lijden.
15[regelnummer]
‘Geen goud zoo dierbaer is, noch geenderleye munt,Ga naar voetnoot15
‘Als tot een reys-ghezel is eenen trouwen vrund.Ga naar voetnoot16
|
|