De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 612]
| |
48. D'Exter met Pauwen veeren.Ga naar voetnoot*1 Dierghelijcke spot kreegh te Romen Chaerestratus. Want al was hy van gheringhe 2 staet, so heeft hy hem nochtans voor een treffelijck Edelman uytghegeven, ende 3 boven ander Edele Ridders aenghezien willen zijn. Dies hy hem niet alleen onder 4 de Ridders begaf, maer oock alle Ridderlijcke oeffeninge by handen nam. Doch de- 5 wijl op die tijdt niemand te Romen Ridderlijcke eer ende waerde hebben mocht, of 6 hy moest thien duysent Croonen aen leggende goederen hebben, die hy niet had, 7 noch hebben cond, maer slechs een arm slocker was, so is hy met grooten spot, 8 als eener, die de schoone Rijcdoms pluymen verwisselde, verdreven. MARTIALIS. Lib. 5. Epigr. 26. | |
[pagina 613]
| |
XLVIII
Een Exter om in't choor der Pauwen als de vrijeGa naar voetnoot1
Te komen, en met haer te houden maetschappije,Ga naar voetnoot2
Van Pauwe-pluymen heeft een heelen bos vergaert,
En heerlijck haer verciert met eenen Pauwen staert,
5[regelnummer]
Verschijnende in een dal, daer leegh en diep ghezoncken,Ga naar voetnoot5
De Pauwen zijn gewoon haer cierlijck op te proncken.Ga naar voetnoot6
Die (speurende terstond dat d'Exter schoon voor't oogh
In eenen Pauwe schijn haer listelijck bedroogh)Ga naar voetnoot8
Haer vloghen op het lijff, en haelden elck zijn pluymen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En dedenze met schande en smaet het lust-dal ruymen.Ga naar voetnoot10
‘Wie zich by Heeren voeght, en niet van 't hooge bloed
‘Des adels dalen koomt, al is hy rijck van goed,Ga naar voetnoot12
‘Zoo haelt hy niet dan smaet, dan schande en onbenoegen.Ga naar voetnoot13
‘Wijs die by zijns gelijck zich schicklijck weet te voegen.Ga naar voetnoot14
|
|