De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 610]
| |
47. De Houtklover en't Bosch.Ga naar voetnoot*1 Sulck een hout-klover was Pisistratus, want als hy van die van Athenen 'tgeweer 2 ende allerley wapen begeert ende verkregen had, soo heeft hy haer evenjuyst met 3 het selve gheweer aenghetast ende overwonnen, ende hen alle hare goeden ende 4 vrijheden benomen. PLUTARCHUS. | |
[pagina 611]
| |
XXXXVII
Een Landman gaende int Wout spanceren en verlusten,Ga naar voetnoot1
Een bijle zonder steel vond aende groene kusten:Ga naar voetnoot2
De welcke op datze' hem nut en oorbaer wezen zou,Ga naar voetnoot3
Zoo bad hy't boomrijck Bosch, wiens toppen aent gebouw
5[regelnummer]
Des Hemels rezen op, dat hy een stock mocht snijden,Ga naar voetnoot4-5
Om die in't ijzer der ghevonden bijl te vlijden.Ga naar voetnoot6
'tBosch gaf den Boer verlof: die eenen ronden tack
Tot eenen steel int hol van d'ijsren acxe stack,Ga naar voetnoot8
En kerfden flucx nu d' eyck, nu d'elzen, nu de linden,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Zoo dat eer lange 'tWout niet meer en was te vinden.Ga naar voetnoot10
‘Ghy die te licht ghelooft, en hem die u beloert
‘De wapens overgeeft, die ghy tot noodweyr voert,Ga naar voetnoot12
‘Denckt hoe't u zal vergaen, wanneer ghy t'zweert in handen
‘De zulcke geeft, die u vernielt en maeckt tot schanden.Ga naar voetnoot14
|
|