De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 564]
| |
24. De Vos en de Bijen.Ga naar voetnoot*1 Gelijck het desen Vos, alsoo ist oock Ciceroni gegaen; want als hy inde kluyven 2 Clodij ende zijner anderer vyanden geraeckt was, soo heeft hy zijn vrienden, ende 3 insonderheydt Pisoni geschreven, ende gebeden, dat hy hem te hulpe komen wilde. 4 Maer Piso antwoord hem, dat hy zijn hulp niet begeeren soude, want soo hy hem 5 onderwond te helpen, soo souden de vyanden des te heftiger ende toorniger op hem 6 vallen, ende gheheel ombrenghen. CICERO. | |
[pagina 565]
| |
XXIV
De Vos in eenen strick gheraeckt in duyzend lijen,Ga naar voetnoot1
Besprongen eenen zwerm van hommelende Bijen,Ga naar voetnoot2
Die priemden hem alsins op't heetste vanden daghGa naar voetnoot3
Met angelen int lijf, daer hy ghevangen lagh.
5[regelnummer]
Zijn macker tot hem treed, en raed dat hy te zamenGa naar voetnoot5
Dien zwerm af-schudden zal die hem zoo deerlijck pramen:Ga naar voetnoot6
Neen zeght de schalcke Vos, dees Bijekens zijn nu zatGa naar voetnoot7
Vant looze Reyntjens bloed, dat liefelijcke nat.
Verjage ick dezen zwerm, zoo koomter weer een jonger
10[regelnummer]
Met nieuwen appetijt, met verschen gragen honger,
Die zouden van mijn vleesch en bloed haer zelven voen
Met meerder pijn en smert als my nu deze doen.Ga naar voetnoot12
‘Het is een oude sproock, de welck natuer noch heden
‘In sherten tafel heeft uytdruckelijck ghesneden,
15[regelnummer]
‘Dat van twee quaden t'beste altijd te kiezen staet:
‘Wel hem die int verdriet het slimste noch ontgaet.Ga naar voetnoot16
|
|