De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 532]
| |
8. Pauw ende Nachtegael.Ga naar voetnoot*1 Sulcken eygenschap had Callinous de Soon Calliopes. De welcke of hy wel niet 2 alleen schoon van lijf ende gedaente was, maer oock van een goede natuere, ende 3 daerenboven met groote gaven des verstants verciert, soo heeft hy nochtans de 4 Goddinne Calliope raets gevraeght, hoe hy de saeck soude aenvangen om de kunst 5 van singen wel te leeren. Daer op Calliope hem antwoorde: Hy soud hem met de 6 gaven die hem verleent waren, genoegen laten, ende nae gheen andere gaven trachten. IN ADAGIIS. | |
[pagina 533]
| |
VIII
De schoon-geveerde Pauw aenhoorde met begeeren
Het Nachtegaelken inde wilghen quincqeleeren,
En werd by nae verlieft op't liefelijck gezanck
En't goddelijck musijck dat uyt de tacken klanck.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ten laetsten sprackse aldus: O Moeder aller dinghen!Ga naar voetnoot5
Nature die my voor vele andren zonderlinghenGa naar voetnoot6
En heerlijck hebt gheciert, hoe was ick soo onweertGa naar voetnoot7
Dat ghy welsingens kunst met mijnen gouden steert
En eersleyp niet te gaer hebt willen huwelijcken,Ga naar voetnoot8-9
10[regelnummer]
Op dat ick zoo alsins der Voglen roem mocht strijcken!Ga naar voetnoot10
Nature doen terstond heeft 's Pauws ondanckbaerheydGa naar voetnoot11
Berispt, om dat met tgene haer rijcklijck bij geleydGa naar voetnoot12
Zy niet en was vernoeght, ghelijck tot geenen tydenGa naar voetnoot13
Het Nachtegaelken niet s' Pauws voordeel zal benyden:Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Maer zich te vreden houd met tgene haer is ghejont.Ga naar voetnoot15
Indien oock (zeyde zy) het elck een waer vergont
Te hebben tgene hy wenscht, 'tstond grootelijcx te vreezen
Dat met vernieuwen ick al steeds zou bezigh wezen.Ga naar voetnoot18
‘Ghy die met uwen staet, noch eens ontfangen lothGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
‘V nimmermeer vernoeght, maer opstaet tegen God,Ga naar voetnoot20
‘En der Naturen wet, leert met vernoegingh leven,Ga naar voetnoot21
‘Noch wenscht niet nae het gene een ander is ghegeven.Ga naar voetnoot22
|
|