De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 522]
| |
3. Vanden Eycke ende Olmboom.Ga naar voetnoot*1 Sulcken raed gaf Sosistratus den Syracusanen. Want als Sosistratus sagh dat Aga- 2 thoclis vrienden in ende om de stadt Syracusa tot grooten nut ende beschuttinge 3 der selver Stadt wijdt ende breedt te heerschen ende te gebieden hadden: Soo raede 4 hy den Syracusanen, dat sy de heerschappy ende oock de vrienden Agathoclis souden 5 uytroeyen, ten eynde de Stadt van sulcke hulpe berooft zijnde, te lichter vanden 6 vyandt belegert, ingenomen ende verwoest mocht worden. POLYAENVS. | |
[pagina 523]
| |
III
Den schaduwenden Olm bad d'Eyck der bomen koningh,
Dat zonder langh verdragh oft eenige verschoninghGa naar voetnoot2
Hij't bladerijck geboomt dat om hem stont gegroeyt
Ter aerden vellen zou: op dat hy schoon gebloeytGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Zich heerlijck toonen mocht, en zonder eenich kommer
Zijn groente breyden uyt en veel begeerde lommer.Ga naar voetnoot6
Maer als den rijpen Eyck zijn schalckheyt wert gewaerGa naar voetnoot7
Sprac hy: Waer blijve ic dan op't strenghste van het Iaer,
Wanneer den zuyren herbst en winter met zijn buyenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Als uytgelaten heel zoo fel begint te luyen?Ga naar voetnoot10
Dat mijn volwassenheyd noch dickte komt te staeGa naar voetnoot11
Hoe diep in dafgrond ick mijn kromme wortel slae;
Ten zy een dicke schaer van Beucken, Elsen, Linden,
Afschutten 'tmijner baet 'tgebulder vande winden:
15[regelnummer]
Dies ick u schalckheyd spoor wel tastelijck en groff,Ga naar voetnoot15
En t'uwer straff verban u eeuwigh uyt mijn hoff.
‘Ghy Vorsten luystert toe, en wilt dees leeringh vaten,Ga naar voetnoot17
‘Dat s'Princen heyl bestaet in t'heyl van d'ondersaten:
‘Dat hy geluckigh is die s'vleyers tongh ontgaet,
20[regelnummer]
‘En van't geselschap der lof-tuyters zich ontslaet,
‘Diens eenigh doel-wit is den plas-danck van haer Heeren.Ga naar voetnoot21
‘En tot den bodem toe de rijcken om te keeren.
|
|