7 maart.
Keulen officieel gevallen, dus uitzicht op redding binnen afzienbare tijd? Drie
broeders dreigen hier van de zaal af te moeten, in welk geval ik ontslag neem,
ook al mocht onze collectieve brief-om-meer-eten aan Weisz succes hebben.
Insectenpoeder is aangekomen uit Zwitserland.
Er is veel te weinig; alleen voor personeel en patiënten. Ik kreeg, als
ontluizer, een paar doosjes extra. Ga ik die verkopen? Zo nee, dan lijden we
vandaag en morgen honger. Vreemd, alle drie worden we 's nachts geregeld uit de
slaap gehouden door de honger, en toch had ik de laatste nachten seksuele
dromen, die dus of wat anders betekenen, of bewijzen dat betrekkelijke rust, en
afwezigheid van moffen, meer bijdragen tot het herstel van het seksuele leven,
dan voedsel. Gisteren zag ik de eertijds mooie mevrouw G., opgezwollen en
onherkenbaar, die ik moest kaalscheren. Om te huilen.
Hoor zojuist dat er een geval is van vlektyfus! We zijn ertegen ingeënt, alle
drie, maar de immuniteit, zo ooit, begint eerst over enige weken.
(De ingeënten kregen het minstens zo makkelijk als de anderen,
bleek later.)