Dagboek uit een kamp
(1946)–Loden Vogel– Auteursrecht onbekend
[pagina 50]
| |
gere ‘spleen’. (Het navolgende stuk is gesupprimeerd, hoewel het zonde lijkt van een poging in mijn vroegere leven terug te kruipen, onder andere door me voor te stellen waar lijn 2 reed: ‘Alleen van de rol, die het eerste korte traject van lijn 2 in mijn leven gespeeld heeft is een dik, misschien heel oninteressant boek te schrijven.’ Maar hoewel ik er nog twee andere tramlijnen bij haal, lukt het niet echt. Die lezers aan wier oordeel me veel gelegen is, zouden erin blijven steken.) Een groot probleem: hoe kon men ongelukkig zijn, waar zo veel uitwegen openstonden? Al nam ik vaak de fiets en reed naar Zandvoort in plaats van naar school, toch was ik opgesloten in de befaamde kamer van louter open deuren. | |
Avond.Heb geïnformeerd bij verschillende Theresienstadters, niemand kende de familie van Jenny, de meesten waren maar kort in Westerbork geweest. Ik kan me ze niet voorstellen met een touw om de hals, waaraan een nummer. Daarbij was de veewagen Jenny's speciale bête noire. De afstand Theresienstadt-Auschwitz echter is niet zo groot. Vandaag bij Koosje geweest; het valt mee met het libido. Een pak viel van mijn hart. Vannacht had ik een p. Daarbij is m'n gezicht (ook) gezwollen. De combinatie eiwitgebrek-p. vervult mij met verbazing. Koosje is ontslagen uit de keuken. Petra keek zeer sceptisch toen ik haar vreugdevol vertelde hoe Abel mij aan chef-kok Friedmann had voorgesteld en hem gevraagd had: kunt u zó'n jongeman niet in de keuken gebruiken? Waarop Friedmann: zeker, zeker! antwoordde en me aanried het aan Rau te vragen zonder zijn, F.'s naam te noemen - anders zou Rau zeker zeggen: protectie. Nú zou de protectie pas in de keuken beginnen, waar per saldo iedereen altijd maar ‘op de proef’ is. Niet alleen kijkt Petra sceptisch, ikzelf durf eigenlijk niet naar Rau toe. Ook wou ik eerst een paar dagen licht werk doen. Ik moet en zal naar die keuken - ben ik dan niet sterk? |
|