toch maar te handhaven. Petra is ook in het ziekenhuis. Het
overigens lang niet domme meisje heeft een aan verafgoding grenzende bewondering
voor haar vader (die voor een superzwendelaar doorgaat) en betreurt dat ze die
zo weinig kent, omdat hij al zijn tijd aan zakendoen besteedde: wel is ze ervan
overtuigd dat hij ook van alle andere markten thuis is. Ik sprak dat, wel
tactvol, toch tegen. Zo is bijvoorbeeld zijn plan voor jodenemigratie nogal
dilettantisch. Petra houdt echter staande dat hij bijvoorbeeld van het zionisme
heel goed op de hoogte was. Niet de moeder, die soms nogal vreemd uit haar rol
valt, bij overigens goed fond, maar ‘Juffie’ voedde de kinderen op, heeft ook
eer van haar werk.
‘Mijn’ ploeg werkte, ik zag dat vanuit mijn zonnebad, de vrije middag en een stuk
van de avond door, en werd daarbij goed toegevloekt. Dit, nadat ze gisteravond
tot 11 uur bedden gesleept hadden. Ik noem dit geen kl-tafereel meer, nu ik van een insider details over de echte kl's heb gehoord. In één daarvan, het beroemde van de
‘moorsoldaten’ was, sadistisch detail, de behandeling in het ziekenhuis
uitstekend. Laat ik me niet al te hard beklagen dus dat ik hier straks uit zal
moeten; ik heb geboft. Eindelijk een pakje. Havermout en
suikerklontjes, in Bremense zakjes verpakt. Een deviezenpakketje dus. Misschien
zal Hans, op dit nieuwe procédé vertrouwend, het nu vaker aandurven. Wintervoet,
die hier nu portier is, noemde eindelijk mijn verzen ‘onrijp’. Wel had hij
hetzelfde gezegd als ik hem onbekende verzen van bijvoorbeeld Vestdijk als de
mijne had gepresenteerd, en heeft hij geen recht tot deze, door mij uitgelokte
kritiek, maar de verzen zijn onrijp. Sterker, ze zijn bijna talentloos, en het
zal me veel moeite kosten uit te vinden hoe ik dit spoortje talent met het
grootste nuttig effect kan aanwenden. Volkómen talentloos namelijk, ben ik niet.
Eigenlijk zou ik, in plaats van hier verder te verslappen, nu