Donderdag.
Met Bleuler weinig meer opgeschoten. Zo ging ook vroeger de animo ergens snel af,
om wat later terug te komen. Overigens is er sedert vroeger niets fundamenteels
veranderd.
De k. is groot, maar door een analgeticum heb ik geen last. De euforie van
gisteren is verdwenen, ik lijd weer onder het prikkelbaarmakend slaapteveel,
bekend uit Blaricum en van 't atelier, waar ik schuilde tijdens de razzia's.
Veel slapen geeft natuurlijk volkomen narcistische bevredigingen en leidt van de
werkelijkheid af. Vroeger roeide ik 's nachts vaak dóór.
Aan Karl maakte ik duidelijk dat je ‘dit hier’ een (rotterm, vooral als hij
religieus-pathetisch wordt uitgesproken) alleen in termen van vooroorlogs
dagelijks leven kunt beschrijven. Het eten van gisteren bijvoorbeeld als een
portie rijst, zo groot als men die van een gang in een maaltijd zich nemen zou,
verdund in 1,1 l heet water. Absolute gegevens zeggen niets. Hoe moet ik ooit
weer vrede sluiten met Hans? Karl ontvangt elke week een pakket, dat hem en zijn
moeder helpt over het mini-