Dagboek uit een kamp
(1946)–Loden Vogel– Auteursrecht onbekendZondag 6 mei.Vanavond zong Mams een paar liedjes in haar barak; de barakleidster was jarig. Mevr. M. is jong en mooi, hetgeen haar vijanden en vrienden bezorgt. Toen wij donderdag na het werk weer tot halfnegen op appèl stonden, in de regen (een geleende sigaret redde mij, van drenkeling werd ik opeens gentleman of leisure, meester van de situatie) was dat ten dele háár schuld, zij had een kind niet meegeteld dat in bed lag en de deken over zich heen getrokken had. Daarvoor moest zij gisteren de bunker in, dit is haar echter kwijtgescholden zodat zij met de schrik vrijkwam. We kregen pakketten, datum van afzending onbekend, inhoud niet veel zaaks. We hebben zowat niets, enkele blikken zijn in ‘depot’. Van Paps is vandaag onze halve suikervoorraadGa naar eind8 gestolen. Het zingen van Mams had iets tragisch, ze voelt zich doodongelukkig in de schoenensloperij, vol stof en vuil, en het schijnt ondoenlijk haar daaruit te krijgen. Vandaag was ik weer bij de Grieken, en ergerde me dood aan de kitsch (met uitzondering van K. die Schumann zong, denkelijk zijn zijn vingers te stijf voor zijn liederen met luitbegeleiding), maar erger was het dat het mij averechts verging, toen ik bij Edgar, de joodse arbeidsindeler, trachtte in te timen. Ik wil hem namelijk wat beter kennen. Morgenochtend ga ik waarschijnlijk van de schoe- | |
[pagina 19]
| |
nen over naar zeer lichte buitendienst. Koosje klaagde nu over mijn ontrouw, en ik vond haar toch erg lief, langzamerhand is mijn vroegere benen-met-kuitenfetisjisme aan het verzwakken. Dat zij al zéér goed staat met de hoge mieters en dat ze mij de weg niet kan of wil wijzen, ligt aan mij. Mijn dromen laten aan zeer sterke vrouwelijke inslag geen twijfel; ik zag vannacht het genitaal, door ondervoeding, tot een vagina ineenschrompelen.Ga naar eind9 Bij Paps op zaal nam vandaag voor het eerst een jood een flinke, principiële houding in. Er wordt veel geslagen en met slaan gedreigd, al mag het niet. Paps is al door z'n traagheid opgevallen en met een schoen in 't gezicht geslagen. Mijn dichtaar schijnt dicht: mij vallen de dingen alleen schrijvende in. Van Abel, die hier een zure tijd had, werd mij verteld dat hij erg flink was en steeds zei: ‘We moeten wanhopen, wil er wat van ons terechtkomen.’ Wat hemzelf betreft, is 't uitgekomen!Ga naar eind10 Met een paar op 't werk verkregen klompschoenen, onderstukken van met hout bezoolde Russenlaarzen, voel ik mij de koning te rijk. Na de oorlog dit paar, een pillow broek en jasje, trui met hoge hals,Ga naar eind11 twee verschoningen en vijf paar sokken en een regenjas! Het etensverlanglijstje, interessant voor wie dit hier niet kent: koffie, kaas, boter, cornedbeef, havermout, suiker, melk, sigaretten. Eieren. Het allerlekkerst waren die broodjes met vlees, die verkocht werden door de zeer brave en zeer nobele De Haas, die tegenover me zit bij de laarzensloperij, en een goed mens is. Wel spreekt hij de hele dag over eten, maar wat zal ikzelf doen over twee maanden? Laatst had ik haast de eerste steen gelegd voor de reputatie van verrader en ik herinnerde mij, toen het incident voorbij was, met schrik de verraadtendens uit de Sodom-droom (die nog ter sprake komt). Had die me onbewust parten gespeeld? Ik was | |
[pagina 20]
| |
naar de ploegbaas gegaan om die te vertellen hoe W., een insect, klompschoenen als de mijne geruild had voor een paar betere, die berustten bij een jongmens voor wie ik beschermende tendensen voelde dat ze voor zich wilde houden, en buiten diens wil. Men begreep dit verkeerd en dacht dat ik het ontvreemden an sich had verraden, en inderdaad had ik die zaak aan het rollen gebracht. Bovendien was het een misverstand en had het jongmens in de ruil toegestemd, zij 't niet enthousiast. Gelukkig was het geval - althans schijnbaar - dezelfde middag vergeten. W. had gedreigd iets van mij aan de Oberscharführer te zullen verraden, maar heeft het niet gedaan, al had hij mijn excuus niet aangenomen, de rancuneuze. Wat zong zij treurig lied van Jiddische melech, / van joodse koning, in het niet verzonken / zijn vrouw verdorven en het vogeltje dat zat / in het nest op de tak, dood op aarde gevallen? |
|