duurd had, in stromende regen, mochten wij, niet opgelezenen, naar
huis en verdienden er een vrije middag door, de opgeroepenen kregen instructies.
De volgende dag, weer op het werkappèl, waar nu ook de niet-werkenden waren
opgeroepen, werden weer 250, maar deels anderen,
opgeroepen, die 15 minuten tijd kregen, alles oud of vrouw of kind. Wij
marcheerden toen naar 't werk, zonder afscheid onder anderen van oom Abel; er
zijn echter mannen wier vrouw vertrekt. De ‘tien’ is nu van de rest van 't kamp
streng geïsoleerd, prikkeldraad en wachtpost. Het werk zal me niet stuk krijgen,
de honger en het gebrek aan zon op den duur wél.
Na 't werk, d.i. na 12 uur werk, was er een telappèl dat tot 8 uur duurde,
hetgeen een verslagen stemming en bij mij keelpijn teweegbracht. Op dat tijdstip
sluit men de poort tussen mannen- en vrouwenkamp. Men mocht echter nu tot 9 uur
bij elkaar, ik denk dat men het achteraf gesanctioneerd heeft. Tot zondag.