Den nieuwen lust-hof(1602)–Michiel Vlack– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Nieu liedt, op de voys: Allemande loreyn. WEl op ghy schoon Naiadekens En wilt u gaen vermeyen, Want Phoebus met zijn radekens Bestraelt die groene weyen Aurora comt bespreyen De aerdt met dau beleyen Dus wassen alle sadekens En cruyden menich fout, Daerom en wilt niet beyen Maer u daer toe bereyen Betreedt de groene padekens Al in het lustigh wout. De Satiers zijn hun spoyende Te comen uyter muyten, Siet Floras bloemkens groyende Pomona pluckt haer fruyten Ons Titer hoortmen juyten Silénus is oock buyten, Zijn geytgiens is hy voyende En drijftse in het velt. [pagina 37] [p. 37] En Bacchus wilt ontsluyten Den hof vol wijngaert spruyten, Die nu ter tijdt zijn groyende En met den clijf verselt. Veel vreughden zijn ons naeckende Want Meyo comt regeren, En Philomela waeckende, Begint te quinckeleren, Diana comt spanceren In't wout, en domineren Haer houden zijn oock haeckende Na't wilt en jaghen zeer, Die Nimphen triumpheren In T'hempe bancketteren En Hyems is elck nu laeckende Want Meyo hout die eer. Die Musen zijn nu singhende En Phoebus roert zijn snaren, Hun claer Fonteyn is springhende Daer zy met vreughd' vergaren Melpomenes dienaren Melancoly laet varen, V pypen zijt bedwinghende En speelt ons een nieu liedt Ghy Retrosijnsche scharen Wilt u by een oock paren V gesien zijt by bringhende, En ons wat nieus bediedt. Ghy Princen al ghelijckelijck Die conste hout verheven, Verhaelt ons retorijckelijck Des Meys virtuyten even Wilt Iovis eere gheven Die alle dingh doet leven, Hy was ons noyt beswijckelijck Maer toont zijn goeden aert, En sorght nu voor gheen sneven Van coude hier beneven Den Somer is nu blijckelijck Met zynen groenen baert. Finis. Elck kan falen. Vorige Volgende