Twee handen van zwart
(1965)–Eduard Visser– Auteursrechtelijk beschermdVerhalen uit Texas
[pagina 29]
| |
[pagina 31]
| |
Ut desint vires, tamen est laudanda voluntas. Avond. De zon gaat schuil achter een gevederde wolk, die een paarse schrikkleur kreeg. Daarboven zweeft de witte trouwsluier van een nu bijna gelukkige bruid. De fijne gouddraden in het weefsel werpen een vreemd licht op de voor dit feest niet genode en dus ook niet aanwezige gasten: de grasvlakte, zo eindeloos en droevig, dat er geen horizon voor te vinden is, de boom, die in een dag zijn groene adem heeft verspeeld en nu wanhopig zijn ouderdom dieper in de aarde tracht te verbergen, de vogels, niet langer onbekende goden, maar gevangen en in steen gewurgd, de blinde man, die op het gras onder de boom met de vogels zit, en alles gadeslaat.
‘Mooie zonsondergang,’ denkt de man. ‘Dat is nou eens iets dat niet met mensenhanden en mensenhersens kan worden gemaakt. Niet dat ik dat jammer vind, integendeel. Al zou het wel makkelijk zijn, dat is waar. Maar het zou toch op de duur wel eens kunnen gaan vervelen, om elke dag zo'n mooie zonsondergang te zien. En als ze hem wel konden maken, dan was het natuurlijk verplicht kijken, omdat hij zoveel geld zou hebben gekost. Of misschien werd er wel een nieuwe belasting geheven om hem te kunnen bekostigen. Dan krijg je ook nog de vraag of iedereen hem wel op dezelfde manier mooi zal vinden. En er zijn genoeg mensen die er helemaal niets om | |
[pagina 32]
| |
geven. Eigenlijk zou je hem moeten schilderen. Wel een heel werk natuurlijk. Of anders een kleurenfoto. Maar dat zijn toch nooit helemaal de echte kleuren, die kunnen ze niet maken. Het blijft altijd benaderen. Misschien kunnen ze wel gemaakt worden, maar de jongens die dat moeten doen zijn er niet bij-geweest, die kunnen het dus gewoon niet weten. Al zouden ze het weten, dan zou spoedig bekend worden dat je honderd procent echte kleurenfoto's kon laten maken, dan zou de aardigheid er al gauw af raken. Een dichter zou er een goed gedicht van kunnen maken. Dat hangt er natuurlijk van af, het is maar wie het is. Bovendien maakt zo iemand het zich altijd veel te moeilijk, hij heeft bijvoorbeeld twintig regels nodig om te zeggen dat hij van iemand houdt en dan weet je het nog niet zeker. Trouwens, stel nou eens dat hij het doet en dat hij het een beetje eerlijk doet, dan nog blijven het maar woorden. En wat zijn woorden? Maar het is wel een mooie zonsondergang.’
De bruid is dood. Het feest gaat niet door. De grasvlakte strekt zich slaperig en tevreden uit tot aan de horizon, de boom is trots met zijn bladeren aan het spelen en zuigt genietend het water in zijn wortels, de vogels staan op een tak vrolijke wijsjes te bedenken, de man zit met een gelukkige lach... De man gaat staan, rekt zich eens goed uit, strijkt met een dankbaar gebaar over zijn rug en zegt: ‘Gatverdamme! Dat gras is vochtig, m'n kont is helemaal nat geworden.’ |
|