Brabbeling (1614)
(2013)–Roemer Visscher– Auteursrechtelijk beschermdStudie-uitgave met inleiding, annotaties en commentaar
I.3.3 Aantallen gedichten in de Brabbeling en haar voorgangersDe Brabbeling bevat in totaal 646 gedichten. Eén daarvan is ongenummerd en gaat aan de genummerde reeksen vooraf. Deze zijn als volgt opgebouwd: zeven schokken (zestigtallen) ‘quicken’ met achtereenvolgens 61, 61, 61, 61, 58, 61, 55 gedichten; twee schokken ‘rommelsoo’ met respectievelijk 65 en 42 gedichten. Daarna volgen 16 raadsels, 22 ‘tuyters’, 8 ‘jammertjens’ en 6 ‘tepel-wercken’. Na de gedichten van Roemer Visscher volgen twee reeksen met werk van Hendrik Spiegel, bestaande uit 43 en 18 gedichten. Het geheel wordt afgesloten met een reeksje van zeven gedichten waarvan niemand weet van wie ze zijn. Dat levert het genoemde totaal van 646 gedichten op. Vier daarvan zijn echter dubbel (Q.1.13 en Ro.2.17; Q.5.6 en Ro.2.16; Q.5.56 en Ro.2.42; Q.7.51 en Sp.[1.]38). Het uiteindelijke aantal verschillende gedichten bedraagt dus 642. Een complicerende factor bij dit alles is dat er zich in de Brabbeling bínnen de afdelingen met gedichten van Visscher zelf ook nog werk van Spiegel en van een anonymus bevindt. Dat valt dus buiten de drie aparte reeksen met werk van Spiegel en een anonymus, die achter de Brabbeling zijn toegevoegd. Het gaat om één anoniem Frans gedicht (Q.7.50) en nog vier gedichten van Spiegel (Q.5.11; Ro.1.56 en 64; Ro.2.35). In totaal komt het aandeel anonieme gedichten, inclusief de als zodanig gekenmerkte reeks, daarmee op acht; voor Spiegel worden dat alles bij elkaar 65 gedichten. Het saldo van Roemer Visschers eigen gedichten in de Brabbeling bedraagt zodoende uiteindelijk 569. De eerdere uitgaven met werk van Roemer Visscher uit 1599 (Horatius' Satyrae, hier verder aangeduid als Ep) en uit 1612 (T'Loff van de mutse, hier verder met als kenmerk het sigle Lm) bevatten daarenboven materiaal dat buiten de definitieve selectie voor de Brabbeling van 1614 viel. Het gaat om vier gedichten die alleen in Ep voorkomen en waarvan geen auteur bekend is. In de Leidse uitgave van 1612 (Lm) is dat aandeel groter, zeventien gedichten in totaal. Daarvan zijn er twaalf anoniem, vier zijn van de hand van Roemer Visscher en slechts één van Spiegel. Tot slot resteert nog één gedicht dat wél in Ep en Lm voorkomt, maar niet in de Brabbeling. Het is het enige gedicht binnen dit hele corpus teksten dat kan worden toegeschreven aan Lucas d'Heere (Lm.1.84). Alles bij elkaar omvat het corpus teksten van de Brabbeling en haar voorgangers 664 gedichten. Daarvan zijn er 24 anoniem, één werd geschreven door Lucas d'Heere, 66 zijn van de hand van Spiegel en 573 van Roemer Visscher. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.3.3.1 Oud en nieuw in de BrabbelingBij de inrichting van zijn Brabbeling heeft Roemer Visscher het eerder gepubliceerde materiaal van zijn hand niet gelijkmatig over deze bundel verdeeld. Bijgaand schema, waarin de gegevens uit de concordans tussen de Brabbeling en haar voorgangers getotaliseerd zijn, laat dat zien.Ga naar voetnoot261
Het merendeel van de reeds verschenen teksten heeft Visscher opgenomen bij de ‘quicken’, waarbij het aandeel ‘oud’ materiaal uit Lm in de opeenvolgende schokken geleidelijk aan afneemt. Het eerste schok van de ‘quicken’ bevat 55 teksten die al in Lm te vinden waren, terwijl dat er in het laatste schok (Q.7) nog maar 28 zijn. Het overnameschema uit Ep vertoont een iets ander patroon. Daar loopt het aantal reeds gepubliceerde gedichten vanaf Q.4 juist iets op. Voor het totaalbeeld van de verhouding tussen oud en nieuw in de ‘quicken’ heeft dat echter geen consequenties. De eerste ‘quick’ bestaat bijna volledig uit reeds eerder verschenen teksten; slechts zes zijn er nieuw. In de volgende schokken loopt dat aantal langzaam op, tot 27 in de twee laatste schokken. Dat houdt in dat nog steeds de meerderheid van de teksten al eerder verschenen was. De overige afdelingen in de Brabbeling tonen een ander beeld. Een zeer aparte plaats neemt het reeksje van de zeven anonieme gedichten (Anon.) aan het einde van het boek in. Het is de enige afdeling met alleen maar eerder gepubliceerd materiaal, zonder nieuwe teksten derhalve. Verder zijn alleen in het eerste schok van de ‘Rommelsoo’ (Ro.1) nog teksten te vinden die zowel uit Lm als uit Ep afkomstig zijn, maar hun aandeel is beperkt.Ga naar voetnoot262 52 van de 65 gedichten zijn nieuw. Schok Ro.2 bevat nog maar drie eerder verschenen teksten, alle afkomstig uit Lm. Dat is ook het geval bij de sectie met raadsels en bij de ‘tepel-wercken’. Een beperkt aantal van die teksten verscheen eerder in Lm (zes van de zestien raadsels en drie van de zes ‘tepel-wercken’), maar in beide gevallen is er sprake van een bijzondere situatie. De ‘tepel-wercken’ werden in 1612 met een eigen paginering aan Lm toegevoegd en de raadsels dienen daar, zoals nadrukkelijk staat aangegeven, als bladvulling aan het einde.Ga naar voetnoot263 Beide categorieën behoren dus niet tot de oorspronkelijke kern van deze uitgave. Tot slot werd geen van de ‘tuyters’ en ‘jammertjens’ eerder in Lm of Ep gepubliceerd. Van de beide reeksen met teksten van Spiegel bevat alleen de eerste (Sp.[1]) nog werk dat eerder in Lm verscheen (13 van de in totaal 43 gedichten), terwijl de tweede reeks (Sp.[2]) alleen nieuw werk bevat. Van alle gedichten van Spiegel uit de Brabbeling komt overigens alleen Ro.1.56 in Ep voor. Samenvattend kunnen we vaststellen dat het gros van de eerder verschenen teksten is ondergebracht bij de ‘quicken’ en dat hun aandeel in iedere volgend schok afneemt. In de navolgende afdelingen is verspreid nog wel wat materiaal uit Lm overgenomen, maar alleen in Ro.1 is nog iets uit Ep te vinden. Alle afdelingen tezamen van de Brabbeling tellen 645 gedichten; 305 daarvan zijn nieuw. Van de eerder verschenen teksten zijn er 336 terug te vinden in Lm en 83 in Ep, onderlinge overlappingen meegerekend. |
|