FREDERIK Hendrik had den 19den Augustus 1627 het sterke Grol, waar de Spaansche bezetting Overijsel en Zutfen voortdurend uit bestookte, na voor weinige weken berend te zijn, tot de overgave gedwongen. Het uitvoerig gedicht van Vondel op die Verovering is bekend. Maar ook aan Hooft, aan Huygens, Reael, Barlaeus, Brosterhuysen gaf zij aanleiding tot dichterlijke uitingen.
zong laatstgenoemde -
die vlecht de naem van Grol
In 's Princen lauwer-krants. 't is winst soo te verliesen,
en van Baerle:
Al heeft de Stadt van Grol geen luyster in sijn Naem,
Nochtans soo krijght de Naem sijn luyster van de Faem.
Dezelfde denkbeelden hadden ook Anna getroffen.
van Lennep's Vondel. II. 599. en volgg. Nalez. en Aant. bl. 58 en volgg.