Alle de gedichten. Deel 2
(1881)–Anna Roemer Visscher– Auteursrechtvrij
[pagina 183]
| |
[pagina 185]
| |
DE Pensionaris van Middelburg, na twee jaren met lof en genoegen zijn ambt te hebben bekleed, werd ten jare 1623, geheel onverwacht, tot Pensionaris van Dordrecht verkozen. Anna Roemers schijnt echter, tijdens haar verblijf in Zeeland, een voorgevoel gehad en, hetzij dan in dicht of ondicht, geopenbaard te hebben, dat hem een schitterende loopbaan wachtte, die aan Zeeland zijnen Cats kosten zou. | |
[pagina 186]
| |
Ontschuldinge aen den heere Jacob Cats
| |
[pagina 187]
| |
Een sulcken wijsen Man tot troost van u gebuiren
Die met syn cloeck beleyt, het Schip sal helpen stuiren
Dat voor een teycken voert verheeven op sijn mast
de vrye Leeuw die op geen bijtend Swyn en Past.
Gij Heerelycke Stat die om u schoon gebouwen
Van onse Steeden wert als Coningin gehouwen,
Gij raedt de oorsaeck wel dat ic na u verlang
Daer eertijts in een dach ic uijren was te lang
'T is Cats mijn beste vriend, daerom jc u gae vieren
'T is de vermaerde Cats die u soo can vercieren
'T is Cats die (in mijn sin) oock aengenaem en freij
Can maken door syn reên, een schrale dorre heij
Syt welcoom dan O puijck en hooftstuck van mijn weelde
Wiens tuchtich by syn mij Noyt lang viel noch verveelde
Syt Hollant wellecoom. Ach! wanneer sal ic weer
Mij setten aen u sij of voor u voeten neer?
En hooren uijt u Mont en gaeren van u lippen,
De lessen van de Deucht die haer al staech ontslippen.
Syt hertelyck gegroet van Hollants Borgerij
Maer alderhertelyckxt Myn waerde Cats van mij
|