Gestelsche liederen
(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend
[pagina 129]
| |
IV | |
[pagina 131]
| |
Het lied der Sirenenaant.Men heeft ons vaak belasterd, maar wij zijn
't Binnenste lied van uzelf, o zeeman.
Doe ons maar op uw vloten in de ban:
Uw angst is schijn en uw vloeken is schijn.
Vergeefs bondt gij uw groote kapitein
Die, de ooren toe, ons niet vergeten kan.
Wanneer wij zingen weet gij meer ervan,
Wanneer wij zwijgen zal uw hart het zijn
Dat verderzingt; en wilt gij het niet hooren,
Dan vallen wij in wéer met 't zelfde lied,
Niet met een gebaar van: versmaad ons niet,
Maar uit speelsch en moederlijk medelijden
Met elk die zijn eigen ziel wil bestrijden,
En zich miskent, en dom blijft als tevoren.
|
|