Gestelsche liederen
(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend
[pagina 128]
| |
De geboorten van Heraaant.Trots, vrouwentrots, is niet 't plechtstatig tronen,
Waaraan een pauw zijn sluwe glans verleent;
Het is geen lediggang, verbloemd met schoone
Schitt'ring van paarlen en edelgesteent.
Veeleer is het de trots op kracht'ge zonen,
Op ied're nacht dat men in weeën weent
En 't glanzend rood gezwollen wicht kan toonen,
Waarin de vader zich t' herkennen meent.
De moeder der goden, met weinig kind'ren,
Bewaakte als een hond elk huw'lijksbed:
De vrouw moest lijden, en het kind moest lijken.
En verder was haar tijd veelal bezet
Met vader Zeus bij 't overspel te hind'ren
En ijzig naast hem aan de disch te prijken.
|
|