Het zwaardjaar(1916)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Om zijnentwil Twee goden, meent gij, heerschen in ons leven: De donkre, die de stomme driften drijft, De heldre, die in woord en werken schrijft De kunst en kunde die de menschen weven. Die zweeft in 't bloed, deze is opgeheven Als eedler geest, en in het brein belijfd. Nooit zijn die bei in vrede: elks weerstand stijft Den andre en geen van twee die 't op wil geven.... Gij noemt hen goden, die maar dienaars zijn. De god is elders, die door u ook werkt. Als hij zijn rijk door bloed of brein versterkt Duld dan om zijnentwil genot of pijn. Eén woord maar blijve uw lippen opgeprest: Hoe diene ik Zijne onsterflijkheid het best? Vorige Volgende