Het zwaardjaar(1916)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Wapengang [pagina 103] [p. 103] Het greeplooze zwaard Stormvogel, vlieg uit! Ik sta en de schuimende Golven - de wolken het Westen ruimende - Ontvangen een zilveren straal op hun zwarte Gruwende naaktheid: zie het doorscharte Doorgroefde reuzenzwaard dat de zee lijkt Langs dit strand dat een ledige scheê lijkt. Somber het strand, als bruin. Maar de kronkel Wit licht in iedre geul, tot gefonkel Verfijnd aan het eind, is als spits geslepen, Stralend en klaar: door geen gegrepen Dit zwaard, een lemmet alleen - geworpen - Uit vloeibre en stralen - tusschen 't slorpen Van nacht en zand: een hoon, een dreigen. Stormvogel, vlieg uit! De winden stijgen. Vorige Volgende