De weg van het licht(1922)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] De Stijgende Kracht Mijn kracht, verzameld tot een effen meer, Zal niet de tuinen in de laagte drenken Maar enkel de hoogstijgende fontein. Als ik mijn oogen naar de bergen keer Is 't of de stralen mij als sterren wenken En ik in hen 't uitspansel nader schijn. Maar als hun droppling sprenkelt in het dal En iedre bloem zich opheft in de gaarde En vogels tjilpen in 't bevocht prieel, Dan voel ik met een hart vol hemelval Mij kind en heer van een gelukkige aarde En luister naar haar dank waarin ik deel. Vorige Volgende