De weg van het licht(1922)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] Eva Toen God-zelf omging door het Paradijs ‘Ik groet u, dochter!’ klonk zijn groet tot Eve. Hoe anders klonk daarna het slanggeluid! ‘Gij zult gelijk aan God zijn, even wijs, En niet een kind dat voor zijn Schepper beve, Zoo ge eet van deze vrucht, uw zoete buit.’ En ze at. En Adam at. En 't vurig zwaard Dreef beiden naar een rijk van rots en doornen: Hem die een god scheen, en haar, nog een kind. Dat Moeder werd, die Kaïn heeft gebaard En Abel, tot ellende en dood geboornen. En Gods stem klonk niet langer in de wind. Vorige Volgende