Van het leven(1889)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] 5. Mijn Vader, die nu dood is, schreef meermalen, Dat al wie niet met overdank'bre handen Neemt wat het Leven geeft, éenmaal zou branden Van spijt en als een zonde in 't graf zou dalen. Maar dat elk een, die zoet en zonder smalen Zijn leed als brood zal breken met de tanden En 't bitterste eten, nooit sterven in schanden Noch vreugdloos leven zal: hij schreef 't meermalen. En hij kon 't weten, die heeft, al zijn leven, Voor ál zijn kind'ren bij elkaar geleden, Zoo dat in óns leeft al zijns leeds ervaring. Zijn boodschap breng 'k. 'k Heb u mijn woord gegeven, Als 't woord van hem, die 't voor mij heeft volstreden. Al wat ik schrijf, dat is zijn Openbaring. Vorige Volgende