Van het leven(1889)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] 3. Wee! zij verbeelden zich heel groot te wezen, En dat geen mensch hun lijden kan doorgronden. Trotsch staan ze en zeggen: Hebt ge ooit eén gevonden, Die om zijn leed zóo groot diende geprezen? Als ge een wijs boek neemt en hun voor gaat lezen: 't Léven is groot: de mensch klein en vol zonden; - Dan is 't: Wat Leven! Ik! Ik ga 'k verkonden! IK kan Mij-zelf van 't Leven zelfs genezen! En Schoonheid heeten zij hun leel'ke trotsch-zijn, Kracht hun dwaas willen ánders dan Het Leven, Goed-zijn hun liefde en om het aardsche klagen. Wee! de eeuw'ge toorn van 't Leven zal hun lot zijn, Als ze ál hun trotsche Zelf niet overgeven Aan 't goede Leven met Zijn heil'ge plagen. Vorige Volgende