Van het leven(1889)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] 6. Dit is geen Kunst: dit is wat 'k uit moet spreken Over mijn Kunst, eer 'k mijn Kunst-zelf kan maken: Heel 'n berg van woorden, die mijn schouders raken En waar 'k, voor ik iets doen kan, uit moet breken. Hier heb 'k geen handen, die als oogen smeeken Om Schoonheid, die ze in 't woord nauw durven naken: Werkhanden roer 'k, die 't puin van oude daken Ruimen van 't erf, waar 't nieuw dak uit zal steken. Grijpt niét mijn knuiste': elk zou als moker beuken Op 't hoofd dat bukte in 't vatten naar mijn handen: - Zwaarknokig kneus 'k, - een opperman der Schoonheid. Ruim baan voor 't werk: geen gruis mag 't fijn goud kreuken, Dat van mijn Huis zal schutten stijl en wanden, 't Huis waar mijn Schoonheid woont en mijn rijk loon leit. Vorige Volgende