Van het leven(1889)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] 6. En ben ik wreed, omdat ik lachen deed En mooi zijn voor een tijd wie zonder mij Zich hadden doodgeleefd en nooit een blij Half-uurtjen kenden? - dan is 't Leven wreed, Dat eénen zelfden naakte in zijden kleedt En rafels, en de zee, die 't eéne tij Mooi weer speelt, en dán scheepje, en volk erbij, Aan stukken stormt; - dan is al wat ooit leed Eén mensch deed wreed, al gaf het honderdmaal Meer vreugd dan 't smart gaf; - dán was 'k niemand méer Wreed dan mijzelf, want 'k heb zóo meen'gen wensch Schreiend gedood, dat héel mijn Kunst 't verhaal Zal zijn van doode wenschen, die éen keer Dorsten te wórden in deez' armen mensch. Vorige Volgende