Aarde(1896)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] IV. In alle menschen is 't Geloof gebóren, Leven, dat Gij er zijt, en komen zult, Zijt in het gaande, en in een onverloren Beeld zijn zult als de tijden zijn vervuld. Eens zag de Menschheid U door englenkoren Verkondigd, kind tot zoen van zonde en schuld, Om aan een kruis te dragen de óns beschoren Wraak, bloedend beeld van Deemoed en Geduld. En nu dat beeld vergaan als alle beelden, Zien zij nog altijd of geen kim bloedrood - Blijden die in zich dragen al de weelden Van U, zagen zij maar 't diepst Wezen bloot - Want onder al de Beelden die ons deelden Leeft het Geloof aan U: dat kent geen Dood. Vorige Volgende