8. Honderd dagen, journalist
Al zijn daar nu de sporen niet meer van terug te vinden, toch moet Roorda tijdens de intussen 13 jaar van zijn verblijf in Indië bekendheid genoten hebben als tafelredenaar, raconteur en artikelschrijver. Vooral het laatste zal reden geweest zijn voor de befaamde Indische revolver-journalist H.J. Lion om Roorda eind 1859 in te huren als ‘hulp- of bij- of nood-redakteur’ (zoals Roorda het zelf later omschreef) van het Bataviaasch Handelsblad, dat ferm oppositie voerde tegen de conservatieve GG Pahud.
Lion was verwikkeld in een proces wegens belediging van deze Gouverneur-Generaal en rekende erop dat hij gevangenisstraf zou krijgen, een goede schatting, want enige tijd later werd hij veroordeeld tot 18 maanden cel.
Roorda wilde maar al te graag de journalistiek in, en als Lion later schrijft ‘dat de heer R.v.E. zich in 1859 herhaaldelijk aangeboden heeft tot mede-redakteur van B.H. blad’ zal dat best kloppen.
Maar beide partijen vergisten zich.
Lion zocht iemand die in zijn geest zou schrijven maar Roorda kon alleen zijn eigen spoor volgen. Roorda antwoordde hem (naar eigen zeggen): ‘Vele menschen weten niet eens te schrijven in hun eigen geest. Verlang niet van mij dat ik schrijve in twee geesten. Ik stel mij zedelijk en gerechtelijk verantwoordelijk voor al mijn geschrijf, maar dan moet dit ook zijn in mijn geest’.
Toch deed hij zijn best: ‘In 1859 onderwierp ik, als mederedakteur van het Bataviaasch Handelsblad, bijna al mijne artikelen vóór hunne verschijning aan het oordeel van de Heeren Mrs des Amorie van der Hoeven en Junius van Hemert’ (de plaatsvervangende verantwoordelijke redakteuren bij afwezigheid van Lion).
Het hielp niet.
‘Op 8 februari 1860 kwam het tot een ‘vredebreuk’ tussen Lion en Roorda en hij werd ontslagen. Vanaf dat moment weigerde hij zolang Lion officieel redakteur was in het Bataviaasch Handelsblad te schrijven, wel correspondeerde hij met Van der Hoeven, die geregeld anonieme stukjes van hem opnam.
In zijn latere geschriften verwijst Roorda nogal eens naar deze ‘regering van 100 dagen’, waarin hij menig voor het gouvernement kwetsend artikel geschreven zou hebben. Bij het doorlezen van de exemplaren van het Bataviaasch Handelsblad uit die maanden wreekt zich het verstrijken van 118 jaar. Het is moeilijk om van zo grote tijdsafstand te merken wat nu snijdende kritiek was en wat gewone berichtgeving.
Een probleem is ook dat Roorda's bijdragen als redakteur ongetekend zijn, zoals alle redaktionele bijdragen in die periode. Wel publiceerde hij onder eigen naam twee artikelen-series. Het eerste is een uitvoerige beschouwing-in-afleveringen van de toekomst van het in oprichting zijnde Koning Willem III-gymnasium (de eerste middelbare school in Indië) waarbij hij als echte liberaal pleit voor het