1. Roorda wie? Een samenvatting
Op 1 december 1860 werd de 35-jarige ingenieur Sicco Ernst Willem Roorda van Eysinga, chef van de opname voor een vloeiings- en scheepvaartkanaal te Grobogan (Midden-Java), in zijn badkamer tijdens het ontkleden overvallen door de muze. Op het driftig ritme van het bakje waarmee hij water over zijn lichaam wierp, ontsprong vers na vers zijn verkropt gemoed.
‘Ik schijn vreeselijk gebulderd te hebben, want de bediende van mijn' huisgenoot liep naar zijn' heer met de woorden: “Ik geloof dat de heer Roorda onaangenaamheden (perkara) heeft met zijn' opziener, want hij bromt zoo kras in de badkamer.”’
Het werd het dichterlijk hoogtepunt in het leven van een polemist en betoogjournalist.
Vloekzang, de laatste dag der Hollanders op Java, door Sentot heette het (Sentot was een befaamd legeraanvoerder tijdens de Java-oorlog van 1830) en het beschreef in bloedig detail de festiviteiten die zouden losbarsten bij het verdrijven van de koloniale overheersers.
‘Prachtig, maar des doods schuldig,’ oordeelde de resident van Solo, F.N. Nieuwenhuijzen, aan wie Roorda het liet lezen. De redakteur Van der Hoeven van het Bataviaasch Handelsblad stuurde het terug met de opmerking ‘gij hebt toch niet in ernst verwacht dat ik den Vloekzang zou laten drukken? Het blad zou zeker verboden worden.’
In de daarop volgende jaren droeg Roorda het af en toe voor in vertrouwd gezelschap, enkele exemplaren vonden hun weg naar Nederland. Daar kreeg Multatuli het onder ogen via de burgemeester van Maastricht, majoor Raat en hij wijdde er een uitgebreide noot aan bij de 4de druk van Max Havelaar (1875): ‘Zowel om de edele verontwaardiging die er in schittert als om de letterkundige verdiensten, vinde het hier een blyvende plaats’. Ook in een brief aan Roorda is Multatuli vol lof: ‘Ik ken niets zóó forsch! En waar! Een dichter, ziener, profeet, 't is alles een.’
Hoewel Roorda geen hoge pet op had van zijn eigen literair talent, maakte hij altijd een uitzondering voor dit éne gedicht. Hij had de overtuiging dat de Vloekzang het enige van zijn schrijfwerk was dat hem zou overleven, en de opname van het gedicht in Max Havelaar maakte dat tot zekerheid.
En hoe luidde dit opstandig gedicht?
De laatste dag der Hollanders op Java
Door
Sentot
Zult gy langer ons vertrappen,
Uw harten vereelten door het geld,
En, doof voor de eis van recht en rede,
De zachtheid tergen tot geweld?