92
Die Monika vertelt dat er in Zweden in de oorlog geen bananen waren. Dat de grote mensen het er vaak over hadden. Dat ze zo naar bananen verlangden. En ze vertelt dat zij en haar broertje vlak na de oorlog hun eerste banaan kregen en dat haar broertje die zo lekker vond dat hij de schillen bewaarde en boven zijn bed hing. Zijn hele kamer rook naar banaan en op het laatst werden de schillen helemaal zwart. Maar niemand mocht ze weghalen van haar broertje. Pikzwart en verschrompeld bleven ze boven zijn bed aan de muur hangen.
Dan vraagt ze of ik me nog herinner hoe mijn eerste banaan smaakte. Ik zeg dat ik het niet meer weet.
Monika draait zich om en loopt weg. Het lijkt wel of ze beledigd is omdat ik niet meer weet hoe mijn eerste banaan smaakte.