89
‘Wat is een meiboom?’ vraag ik aan Britt-Marie als die Monika weg is.
‘Dat is een paal die je op de langste dag met bloemen en groen versiert. En bovenin heb je een kruis met twee hangende kransen eraan.’
‘O, die heb ik onderweg een paar maal gezien. Met lelijke bloemen en slap groen.’
‘Als ze net versierd zijn zien ze er zo mooi uit,’ zegt Britt-Marie. ‘Dan steken al die gekleurde bloemen tussen het groen te voorschijn.’
‘Maar waarom halen de mensen ze niet weg als de bloemen lelijk zijn?’
‘Ze moeten de hele zomer blijven staan. En op sommige plekken zie je ze 's winters nog.’
‘Maar er zijn in Zweden toch genoeg bomen die wel mooi blijven? Dan kan je die lelijke toch beter weghalen. Die zijn niet eens echt. Daar word je alleen maar bedroefd van.’
‘Als je een meiboom ziet dan denk je aan de langste dag,’ zegt Britt-Marie. ‘En aan het feest dat de hele nacht maar doorgaat.’
Ik zeg niks meer terug. Ik vind het een rare gewoonte. Net of wij onze kerstboom tot de zomer als een skelet in de kamer zouden laten staan om aldoor aan Kerstmis te denken en aan brandende kaarsen als alle bomen buiten groen zijn en de bloemen bloeien.