85
Het is maar goed dat je van te voren niet weet wat er allemaal kan gebeuren op zo'n reis. Anders zou je niet eens willen gaan. Dan bleef je lekker thuis. Daar kan je zelf voor je eigen vakantie zorgen, maar in een vreemd land hangt alles af van andere mensen. Je moet de hele tijd je best doen om die mensen te verstaan en je moet nadenken bij alles watje zegt. En je moet al die verschillende gewoontes onthouden en je overal maar bij aanpassen.
Een paar dingen heb ik nog steeds niet geleerd. Ik heb die knieknik nog nooit gemaakt voor Britt-Maries moeder en ik heb nog nooit echt met de anderen meegemetseld. Dat van die knieknik vind ik stom van mezelf, maar metselen wil ik niet, dat vind ik smerig, en bloot zwemmen wil ik ook niet. Als ik me altijd aan zou passen, dan zou ik niet meer Nederlands zijn maar een soort namaakzweedje en ik wil geen namaakzweedje worden! En die Zweden zouden in Nederland ook niet zo stoer durven te doen. Ze zouden bij ons al schrikken als ze een kwal of een kreeftje op het strand zagen liggen. Ze zouden zo bang worden dat hun tenen er werden afgeknipt dat ze meteen hun schoenen weer aan gingen trekken. En als ze door een polder reden zouden ze als de dood zijn voor overstromingen. Bij het minste zuchtje wind zouden ze al een zwemvest aandoen.