73
Ik kan niet inslapen. Ik ben opeens zo bang dat het Britt-Marie zal tegenvallen in Nederland. Ze hebben hier wel twintig keer zo veel verschillende soorten taartjes en koekjes als bij ons. En ze hebben echte slagroom.
In Holland ziet het er zo saai uit in de etalages. En je krijgt alleen een droog biscuitje bij de thee. En heel dun boter op je brood en flienterdun beleg. En ik ken een paar families waar je altijd eerst een boterham met tevredenheid moet. Daar neem ik Britt-Marie nooit mee naar toe.
Ze hebben hier nog wel bonboekjes, maar ik weet niet waarvoor die nodig zijn. In elk geval niet voor snoep. Bij ons mag je maar één ons in de week. Ik krijg mijn bon altijd zelf en 30 cent erbij. Dat is net genoeg voor een ons zuurtjes, maar niet voor toffees en chocola. Britt-Marie koopt van haar zakgeld zo een handvol van die grote vierkante chocoladetoffees die je per stuk moet betalen.
Ik heb haar gelukkig wel gezegd dat Zweden luilekkerland is vergeleken bij Holland. En toen zei ze dat zij dat ook vond toen ze twee jaar geleden uit Finland kwam. Daar hadden ze heel erg tegen de Russen gevochten, dus er was ook niet veel meer over.
Als Britt-Marie haar hele leven in Zweden had gewoond zou ik haar niet zo maar mee naar Nederland durven nemen. Want dan zou ik de hele tijd ‘Pardon, dat komt door de oorlog’ moeten zeggen.