67
Die tante Berta is wel heel erg lief en verwennerig, maar ik ben toch blij dat Britt-Maries moeder niet zo is. Zij is zelfs het andere uiterste. Ze bemoeit zich helemaal niet met ons. Ik weet niet eens wat zij de hele dag doet. Ik zie haar haast nooit. Het lijkt wel of Britt-Marie alles beslist in de familie. Als ik bij die tante Berta had gelogeerd, dan was ik teruggekomen als een platgedrukte oliebol. Want ze had me aldoor maar volgestopt met lekkernijen en bij elk koekje waar ik nee tegen zei had ze me gevraagd of ik me wel goed voelde en of ik geen heimwee had en dan had ik natuurlijk nee geschud, maar zij had me toch niet geloofd en telkens weer tegen zich aangedrukt, ach ach ach, lieve kind.
Als iemand de hele dag om je heen drentelt en je aldoor zit aan te kijken met van die zielige ogen vol medelijden, dan wil je op het laatst alleen nog maar wegrennen. Dan zit je nog liever twee weken in de koepelgevangenis in Haarlem. Daar kan je tenminste de hele dag rustig naar de lucht zitten kijken. Er komt altijd wel een wolkje langs of een vogel. En af en toe krijg je een bordje brood en een glaasje water van een bewaker. En die vraagt tenminste niet of je heimwee hebt en hij omhelst je ook niet om de haverklap. Je komt gewoon na twee weken te voorschijn als een magere lat, maar dat is altijd beter dan een vetgemest varken.