8
Brieven schrijven is praten op papier. Maar als je op een eiland zit moet je veel te lang wachten op een antwoord. Dan schrijfje bij voorbeeld in je eerste brief dat je een wespesteek hebt en dat het vreselijk pijn doet, en als iemand dan eindelijk terugschrijft ‘wat naar voor je’, dan weet je al niet eens meer wat er naar voor je was. Of er is ondertussen iets anders gebeurd dat naar voor je is, maar dat kan diegene van de brief onmogelijk weten, dus dan heb je niks aan die woorden ‘wat naar voor je’ omdat die nog op de wespesteek sloegen. Op een eiland kan je beter iets anders gaan doen: schrijven aan jezelf in een dagboek.
Dagboek schrijven is in een vreemd land veel leuker dan thuis. Thuis kan je er lang niet alles in zetten. En als je dat wel wil, ik bedoel een beetje roddelen of schelden, dan moet je een goede verstopplaats hebben. Maar als iemand je dagboek dan toch vindt ben je de pineut.
In een vreemd land ben je nooit de pineut. Daar kan je schrijven wat je wil. Zelfs over iemand die mee zit te kijken terwijl je het opschrijft. Zelfs gemene dingen. Je moet alleen oppassen dat je niet aldoor dezelfde namen gebruikt. Want dan worden ze misschien achterdochtig. Verder hoef je nergens bang voor te zijn. Je kan je dagboek overal open en bloot laten liggen.
Een dagboek is precies wat je nodig hebt bij vreemde mensen in een vreemd land met een vreemde taal.